Portfolio Sophia Holst 2017 Sophia Holst Rue Arthur Diderich 46 1060 Brussels www.sophiaholst.com sophiaholst@gmail.com +32 488 04 94 73 experiment Geleefde Monumenten Sophia Holst Sporkehout 65, 5667 JE Geldrop www.sophiaholst.com sophiaholst@gmail.com NL 0031 (0)6 34 34 75 17 Andre Cramer Dubbeleworststeeg 11 1016 AT Amsterdam a.p.s.cramer@gmail.com NL 0031 (0)6 10 80 04 25 Beeldcredits poster In volgorde van verschijning: © Cramer & Holst poster. ibid. Beeld: ‘Olympiaplein, speelvijver bij het Van Heutsz- monument’, augustus 1952, door Nico Swaager, bron: www.archief.amsterdam. Beeld: © De Marteau & Holst, “Forms of Public Privacy”, informele toe-eigening van het justitiepaleis Brussel. © Cramer & Holst poster, beeld: “Hacking History” Indie-Nederland Monument, Framer Framed, Amsterdam, 2012, bron: www. framerframed.nl. Beeld: Paul McCarthy, „Flowers“. Kunstinstallation vor dem Haus der Kunst 2005. © von Christoph Seeberger, bron: https://www.historisches-lexikon- bayerns.de. Beeld: Palast der Republik, Berlijn, met interventie “Zweifel”, bron: https://www.strijdbewijs.nl. Beeld: Tahrir Square, Egypte, tijdens de protesten van de ‘Arab Spring’, 2011 bron: www.wikimedia.org. Beeld: Documenta 15, by Ruan- grupa, Fredericianum, Kassel, 2022, bron: www.nytimes.com. Beeld: Muiderpoort met protest leuzen, gezien richting het Tropenmuseum, Amsterdam, 1987, bron: www.archief.amsterdam. © Cramer & Holst poster, beeld: © Céline Condorelli and Gavin Wade, uit boek “Support Structures”, 2009, bron: www.celinecondorelli.eu. © Cramer & Holst poster, text: “Monumenten, resten, herinneringen”, uit Figuren/Es- says, door Bart Verschaffel, 1995. © Cramer & Holst poster, text refereert naar Henri Lefebvre, “The Production of Space” over Monumenten, 1991. A2 full color poster met blue back en credits. Oplage 25 stuks. Van Monumentale Restruimte tot Geleefde Monumenten ‘De strijd om het publieke domein, om de betekenis van het verleden en om de toekomst, is de strijd om monumenten, is het oprichten en neerhalen van beelden, het vernietigen, het bezetten, het scheppen van gebouwen en plaatsen.’ [1] zou een monument, zoals millennia lang het geval zou zijn geweest, een collectieve spiegel moeten zijn die een beeld geeft aan het sociale gezicht van een samenleving waar iedereen aan deelneemt. [2] Statige monumentale ruimtes, ze bestaan door heel de stad. Vaak zijn het plekken waar je langsfietst en langsloopt zonder ernaar om te kijken of bij stil te staan. Je kijkt ernaar, maar ziet ze niet. Het zijn vaak stille, schone en ‘lege’ ruimtes, gevuld met een gedateerde symboliek die niet of nauwelijks beleefd nog bevraagd wordt. Wellicht omdat ze aan de zijlaan van het dagelijks leven staan? Volgens Henri Lefebvre zouden monumentale ruimtes niet enkel ontworpen en waargenomen moeten worden, ze zouden ook openheid moeten bieden aan een geleefde ruimte. Daarbij [I] Beeldreferenties uit tekst [I] ‘Wij geven een feest’ https://nl.wikipedia.org/wiki/Monument_Indi%C3%AB-Nederland [II] ‘Olympiaplein, speelvijver bij het Van Heutsz-monument’, augustus 1952, door Nico Swaager. www.archief.amsterdam [III] ‘Protest tegen Nederlandse steun Suharto via IGGI bij het Van Heutz-Monument, www.wikimedia.org [IV] ‘Muniment Indie-Nederland is beklad ...’ Het Parool 2020, beeld Jakob van Vliet [V] ‘Hacking History’ Framer Framed event, 2012, https://framerframed.nl/video/video-onthulling-monument-indie-nederland/ [VI] ‘Van Standbeeld tot Schandpaal’, Hans van Houweling, http://www.hansvanhouwelingen.com/nl/projects/schandbeeld/ [VII] ‘Eerste Decoloneale Herdenking in Amsterdam’, 2020 https://marionalgra.wordpress.com/tag/van-heutszmonument/ zijn dat dit überhaupt een optie is? Foto’s uit de jaren 50 van het Monument Indië-Nederland in Amsterdam (voorheen het controversiële Van Heutsz-monument), laten een vijver vol springende, zwemmende kinderen zien. Tegenwoordig lijkt de plek onaantastbaar omdat enige aanraking of toe-eigening als een aanval op het Nederlands erfgoed en geschiedenis wordt gezien. Laat het (gebrek aan) leven zien dat de kern van het gedachtegoed van het monument destijds meer leefde dan vandaag? Het Monument Indië-Nederland is niet het enige monument dat recent, maar ook in het verleden het doelwit is geweest van protestacties en protestevenementen. Het zijn tijdelijke interventies die kritiek Je zou kunnen zeggen dat zulke ‘geleefde’ monumenten vandaag de dag niet of nauwelijks te vinden zijn op de statige, historische, top down ontworpen plekken in de Nederlandse steden. Nog is het sociale gezicht van de hedendaagse heterogene samenleving hierin leesbaar. Statige plinten, schone lege trottoirs, fonteinen waar geen mens in stapt, wellicht omdat het de regels zijn, maar misschien ook wel omdat we vergeten [1] Verschaffel, Bart (1995) Figuren / Essays. Van Halewyck, Leuven / De Balie, Amsterdam. P.121 [2] Lefebvre, Henri (1991) The Production of Space. Hoboken: John Wiley and Sons Ltd. P. 139 [3] Honig, Bonnie (2017) Public Things, Democracy in Disrepair. New York: Fordham University Press [4] Tocqueville, Alexis de (2002) Democracy in America. Chicago: University of Chicago Press leveren op een gedateerde, op uitbuiting en onderdrukking gebaseerde Nederlandse symboliek, die tal van perspectieven uitsluit. In die zin, hoe specifiek het protest ook, vragen deze acties aandacht voor een inclusieve samenleving, met een inclusieve en diverse beeldvorming. Wellicht zijn publiek toegankelijke plekken die gemakkelijker toegeëigend worden en waar een zekere openheid bestaat, een eerlijkere representatie van het sociaal maatschappelijk gezicht van een Nederlandse samenleving? Denk bijvoorbeeld aan levendige pleinen en parken, collectieve ruimtes die zelf geïnitieerd zijn, of zelfs verscholen ruimtes die ingenomen zijn door mensen die behoefte of nood hebben aan onderdak of andere zaken. een gemeenschappelijk verlangen die gezamenlijk worden nagestreefd. ‘Pursuing in common the objects of common desires’ zoals Tocqueville het mooi beschrijft.[4] Het zijn plekken en objecten in transitie waar we op kunnen projecteren in wat voor maatschappij we geloven en willen leven en maken ons bewust van ons ‘publieke lichaam’. Tegelijkertijd zijn het de plekken waar mensen elkaar tegenkomen met verschillende perspectieven; waar discussies kunnen en mogen ontstaan. Een gezonde democratie, volgens Honig, zou niet zonder publieke objecten en plekken kunnen. Monumenten, en in specifiek monumenten waarvan hun betekenis en plek leeft en mee veranderd, horen hier ook bij. In die zin, zijn de illegale acties tegen het starre vertoon van het Monument Indië-Nederland, het voormalige van Heutz Monument, een schreeuw naar monumenten als (werkelijk) publieke plekken voor gesprek en samenkomst? De mismatch, tussen stille (of stilstaande) monumentale overblijfselen en levendig toegeëigende en direct onderhandelbare ruimte, is een voorbeeld bij uitstek hoe de gemaakte en geleefde stad elkaar niet altijd overlappen. Desalniettemin zijn steden nog altijd opgebouwd rondom Bonnie Honig deed ons recent realiseren hoe belangrijk ‘publieke dingen’ zijn, en in het verlengde publieke plekken. Infrastructuur, bibliotheken, scholen; bouwwerken en objecten waar mensen bij elkaar komen, waar mensen om geven, zijn de objecten van [II] [IV] [III] [3] dit soort monumentale assen en plekken en wordt de bijkomende architectuur- en beeldentaal nog alom ingezet door tal van ontwerpers zonder haar (soms onderdrukkende en koloniale) symboliek in vraag te stellen. We bouwen zo verder aan een collectief geheugen van stad en/ of staat die tal van mensen uitsluit. Zeker als deze plekken onaantastbaar worden. Echter, zoals we van Stavros Stavrides leren, het collectieve geheugen is altijd ‘in-the-making’, het is een dynamisch proces waarin collectieve ruimte en sociale relaties continu geschreven en herschreven worden.[5] Deze constatering drijft ons om als jonge architecten opnieuw na te denken hoe de hedendaagse stad wordt ‘geschreven’ en gerepresenteerd, wie deze schrijft, en hoe dit verhaal van een collectief geheugen inclusief, geleefd en dynamisch kan worden. van steen gemaakt. Menhirs, graftombes, standbeelden, gedenkplaten en herenhuizen zijn zwaar, hard, en daarom - tot voor de moderne transport- en breektechnieken - duurzaam en traag. Een kathedraal wordt niet in één mensenleven gebouwd, en ze is te groot en te zwaar om zomaar te verdwijnen. Steen biedt weerstand. Na afbraak blijft veel log en hard puin over, zodat men, voor men met de afbraak begint, ook moet weten hoe men ter plekke de stenen zal hergebruiken. De tijd van de monumenten is een continue, trage tijd.’ [6] [5] Stavrides, Stavros (2020) Common Space, The City as Commons. London: Zed Books. P.183 [6] Verschaffel, Bart (1995) Figuren / Essays. Van Halewyck, Leuven / De Balie, Amsterdam. P.121 ‘Het monument wil niet alleen macht betekenen, maar wil ook de strijd beslechten, het wil betekenis vereeuwigen, onttrekken aan het toeval, aan de willekeur van de coalities, aan de luimen [humeur wisselingen] van de geschiedenis. Het monument wil het toeval en de tijd iets in de weg leggen, en daarom is het symbolen die met trage materialen worden opgetrokken? Wellicht niet. En andersom de vraag, kunnen de diverse en kritische ideologieën vastgehouden worden in een tijdelijke interventie of materialisatie? Tal van aantijgingen en fysieke acties op publieke monumenten zijn weer netjes schoongemaakt, en in beelden verbannen naar de niches van het hyper dynamische internet. Net zoals de kritische evenementen en bijeenkomsten die hebben plaatsgevonden in, rondom of zelfs op publieke monumenten, ze zijn weer verdwenen zonder hun sporen achter te laten. De protesteerders hebben zich (al dan niet onder politiegeweld) teruggetrokken, de spandoeken zijn opgevouwen, de voor ontmoeting, contextualiseren, bijeenkomst, publiek debat, expositie, protest, toe-eigening, kritische of feestelijke evenementen etc. Hoe deze publieke architectonische interventies eruit zouden moeten zien, waar deze waardevol zouden zijn en wie hierover zeggenschap heeft is een vraag die in dit document enkel een naïef begin ziet... Je zou kunnen zeggen dat dit zware en dwingende begrip van monumenten an sich gedateerd is. Want kan de veranderlijke en diverse publieke geest van de hedendaagse samenleving vertegenwoordigd worden in vaste gehuurde opklapstoeltjes weer ingeklapt, de witte partytent weer teruggebracht. Wellicht bestaat er een hybride vorm waar een gelaagdheid van tijd en perspectieven fysiek en langdurig aanwezig kan zijn? Waar architectonische interventies als ‘support structures’ plek maken [V] [VI] [VII] Monumenten kunnen gedefinieerd worden op tal van manieren. In de algemene zin zijn vaak oudere gebouwen die als monumenten worden bestempeld en op een nationale of gemeentelijke lijsten voor erfgoed komen te staan. Er zijn echter ook gebouwen die wellicht niet op die lijst belanden maar toch een statigheid en monumentaliteit uitstralen. Ook zijn er standbeelden die belangrijke mensen op een voetstuk plaatsen, of ruimtelijke configuraties (al dan niet met of zonder kunstwerken) die een moment of gebeurtenis uit de Nederlandse geschiedenis me- moreren. Vaak bestaan deze monumenten op prominente plekken in de stad, om zo aan een breed publiek een verhaal, symboliek, ideologie of geschiedenis te communiceren. Voor ons is de ‘monumentale uits- traling’ van een gebouw, stedelijk object of stedelijke configuratie een belangrijke factor in ons onderzoek. In plaats van de erfgoed lijsten en gedenkplakkaten na te gaan is het dan ook eerder onze subjectieve waarneming die ons laat leiden bij het bestuderen en in kaart brengen van monumentale restruimtes. We proberen onze eigen zoektocht daar- om zo goed mogelijk onder woorden te brengen. Amsterdam als Nederlandse hoofdstad staat vol met monumenten en monumentale ruimtes en staat (vooral internationaal) symbool voor wat Nederland was, is en zou willen zijn. Een interessante context dus om dit onderzoek uit te voeren. De 19e-eeuwse ring en de 20-40 gordel Monumentale assen, directe en indirecte monumenten zijn belangrijke stedelijke uitbreidingsplannen van Amsterdam waarin statigheid, monumentaliteit en hiërarchie te herkennen zijn in de brede lanen, zichtlijn, symmetrie en grotere publieke gebouwen. Latere uit- breiding van de naoorlogse wijken grote lanen, hiërarchie veel minder aanwezig, vooral omdat het grit, de auto en homogeniteit centraal staan in de opzet. Om monumentale restruimtes te vinden focussen we ons vandaar op tot 20-40 gordel welke grofweg een scheiding maakt tussen het zogenoemde ‘monumentaal stadsontwerp’ van Amsterdam en het ‘modern-functioneel stadsontwerp’.[7] Het is echter niet onbelangrijk het tijdsframe en de ‘mindset’ van Am- sterdam en Nederland in het algemeen mee te nemen in ons verhaal. Op het moment dat deze gordel werd gebouwd werd vormentaal en symboliek gebruikt om de staat en stad op een voetstuk te plaatsen, boven anderen, boven haar (koloniale) onderdanen. Neorenaissance stijl werkte als drager om de gouden eeuw als glorietijd te verheerlijken zo ook om machtsstructuren, orde, controle, gedwongen perspectief, hiërarchie, verheerlijking van koloniën en machtstaat uit te stralen. Het communiceren van een verhaal, symboliek, ideologie of geschiede- nis gebeurt soms op een directe manier, met een plakkaat en een tekst waarin letterlijk wordt verteld over wie of wat het monument gaat [di- recte monumenten]. Op andere momenten gebeurt dit indirect, met enkel de taal en symboliek van architectuur en beeldwerken of zelfs de stedenbouw eromheen [indirecte monumenten]. De monumentaliteit, samen met een symboliek, ideologie, en een geschiedkundig perspectief kan enkel in de vormentaal van een gebouw zijn vastgelegd en hoeft dus niet per se officieel bestempeld te zijn tot monument. Naast gebouwen en andere objecten kunnen we zo ook een monumentaliteit lezen bin- nen de stadsplanning en het stedelijk weefsel van steden. Brede lanen, zichtlijnen en symmetrie vormen in vele gevallen de basis en het focus- punt voor statige monumentale gebouwen en standbeelden. Zodra ste- delijke assen zichtlijnen en focuspunten creëren wordt er een hiërarchie van gebouwen en objecten bepaald en worden zo ook bepaalde verhalen of symbolen versterkt of juist verzwakt [Monumentale stedelijke assen]. De belangrijke monumentale ‘momenten’, zoals we die noemen, worden dan ook ondersteund door hoe men door de stad beweegt en hoe men de stad aanschouwd: het wordt gecoördineerd door de stedenbouw. [7] https://docplayer.nl/61852832-John-westrik-en-hans-buchi-jan-heeling-han-meyer-en-john-westrik.html VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION Zoektocht Monumentale ruimtes Amsterdam Legenda VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION Indirecte en Algemene Monumenten Hieronder verstaan we (publieke) bouwwerken met een monumentale architecturale vormentaal die zich op prominente plekken in de stad bevinden. Met hun statige, pompeuze architectuur symboliseren ze indirect een verhaal, tijdsgeest of geschiedenis. Denk aan musea, scholen, gevangenissen, kerken, bruggen, poorten, fonteinen. Directe en Specifieke Monumenten Onder directe en specifieke monumenten verstaan we objecten, standbeelden en bouwwerken die letterlijk een gebeurtenis of persoon symboliseren memoreren of verheerlijken. Ze verwijzen met hun plakkaat, afbeelding, tekst of beelden direct naar een verhaal en ‘schrijven’ op die manier direct mee aan een geschiedenis en collectief geheugen van stad of land. VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION Monumentale Stedelijke Assen Om monumentale restruimtes in Amsterdam te kunnen ontdekken brengen we eerst de monumentale assen in kaart. Als voorbijganger kun je op deze assen tal van monumentale ‘momenten’ ontdekken zoals het zicht op standbeelden, kunstwerken, symmetrische statige gebouwen, fonteinen, monumentale bruggen, ingangspoorten etc. Uitleg diktes lijnen: We proberen doormiddel van een enkele parameters de hiërarchie in kaart te brengen: grootte, symmetrie, rechtlijnigheid, toegankelijkheid en drukte van een straat (al dan niet voor voetgangers of auto’s), statigheid van de architectuur, focuspunten en zichtlijnen op monumenten. Hoe dikker de lijn hoe monumentaler het straatbeeld en stedelijke opzet. Binnenstad en Grachtengordel, 19de-eeuwse Ring en Gordel `20-`40 (voor 1860 tot 1940), 1:10.000 Uit de zoektocht naar monumentale ruimtes in Amsterdam zien we drie monumentale assen/ constellaties die ons in specifiek interesseren. De eerste as ligt in Amsterdam Zuid, en loopt vanuit het Vondelpark langs het Emmaplein, het Valeriusplein door het Amsterdams Lyceum, met vanuit de doorgang onder het Lyceum direct uitzicht op het middel- punt van het Monument Indië-Nederland, en loopt verder door naar de velden van het Olympiaplein richting de Parnassusweg en het Zuidsta- tion. Een tweede, duidelijk aanwezige constellatie ligt in het monumen- tale Berlage plan waar twee lanen (Churchillaan en de Roseveldlaan) bijeenkomen op het Victorieplein, waar een beeld van de voormalige bouwmeester Berlage (tevens de ontwerper van het stedelijke plan) uit- kijkt via de Vrijheidslaan naar de Amstel, de Berlagebrug en het Prins Bernhardplein. De derde, is een gebogen as die langs de monumen- tale gebouwen van Artis aan de Plantage Middenlaan de Muiderpoort doorsnijdt, en vanuit de tunnel van de Muiderpoort een direct zicht geeft op een van de ingangen van het Tropenmuseum. Het valt bij allen op dat alleen al in de namen van de lanen straten en pleinen een promi- nente aanwezigheid ligt van ordening, macht en staat (Grieks verwijz- ingen, verwijzingen naar leden van het Nederlandse Koningshuis, de voormalige Nederlandse kolonie Nederlands-Indië, de Amsterdamse Bouwmeester Berlage, buitenlandse presidenten etc.). Het leek ons daarom waardevol om de monumenten die statig aanwezig liggen op die drie assen te bestuderen, en zo nodig hun symbolische en ruimtelijke restruimtes te bevragen. In de drie cases zit ook een diver- siteit in type monumenten waarvoor we verschillende benaderingen willen vinden: direct, ruimtelijk dan wel standbeeld, en indirect. Bij het Drie Architectonische interventies Monument Indië-Nederland zien we een gebrek aan contextualiseren van de koloniale geschiedenis. Moet deze plek geprogrammeerd kun- nen worden? Moet er een functie worden toegevoegd? Op het Victori- eplein zien we een gebrek aan ruimtelijk gebruik (ook van het prachtige uitzicht), en wellicht moet het prominente beeld van Berlage op een voetstuk herinterpreteerd worden? Bij de Muiderpoort is haar oor- spronkelijke functie verdwenen. Wat kan een waardevolle publieke func- tie worden voor dit gebouw? In ons ontwerpend onderzoek om tot drie architectonische interventies te komen inspireren we ons mede op levendige, informeel toegeëigende ruimtes van Amsterdam. Informele huiskamer. Parameter: afdak Kerstversiering op paal. Parameter: haken Sigaretten peuken op grond. Parameter: rand op zithoogte zittend in zon. Parameter: uitzicht, zitbanken Bierblikje op monument. Parameter: geborgenheid Voetbal kijken in publieke ruimte Parameter: surface voor telefoon “Het verbeeldt de vele herinneringen aan ons koloniaal verleden en wijst, met respect voor het Indisch erfgoed, naar de toekomst.” Dwars door deze idylle heen doemt altijd het spook van gouver- neur-generaal Joannes Benedictus van Heutsz (1851-1924) voor wie het monument was opgericht maar in 2004 werd uitgegumd. Een bordje aan de achterzijde vertelt wel dat het eerder aan hem was opgedragen, maar het monument wil niet meer dat ik kan associëren met een koloniale geschiedenis waarin Van Heutsz dui- zenden onschuldige mensen vermoordde en daar ruim een halve eeuw voor is geëerd.’ [8] Desondanks de naamsverandering in 2004 is een contextualisering van het leed dat er in de voormalige Nederlandse kolonie is aangericht geen sprake. Het tal van aantijgingen dan wel online of fysiek zijn weer uit- geveegd zo ook de kritische evenementen die hier hebben plaatsgevon- den. In die zin wordt er door de controle over het monument geen eer gedaan aan tal van kritische geluiden. Men mag niet aan het monu- ment komen, mag er niet zwemmen, (ook al zien we dat dit op een hete zomerdag toch gebeurd) en er staan hekjes om het netjes kort gewiekte gras te beschermen. Het wordt hoog tijd dat hier wel een plek wordt ge- cureerd voor levendigheid, activiteiten en programmatie. Het idee dat we hebben is een architectonische interventie die een dak en geborgenheid geeft aan dit soort kritische geluiden. Die als interven - tie an sich niet het gebouwde wil wegvagen of aantasten (er dus over- heen gaat), maar wel wil contextualiseren en een extra laag aanbrengt voor kritische programmatie, evenementen, exposities of informele toe-eigening etc. De potentie (formeel en informeel) van een dak in de Monument Indie- Nederland publieke ruimte is groot. We denken aan lichtere materialen die afstek- en van de huidige monumentale taal. Aan wanden die beplakt, gekalkt of geverfd kunnen worden. Tal van plekken om te zitten, wanden en podia om te tonen, balken om aan te hangen. Met de interventie willen we ook de symmetrie doorbreken, uit balans brengen en de voorkant ondermijnen... er zijn meerdere kanten aan dit monument, letterlijk en figuurlijk. Een plek voor reflectie, optreden, gesprek, bijeenkomst, even - ement in tal van vormen en betekenissen. Een dak boven een monument, Casagrande Ruins, National Monument Rubber fabriekje, drogende rubbervellen en de uitbuitende rubberindustrie in Nederlands-Indie. Een simpel evenement paviljoen, Indonesia, 2019 Beeld Paoletta Holst [8] Hans Houwelingen, ‘Schandbeeld Van Heutsz’, http://www.hansvanhouwelingen.com/nl/projects/schandbeeld/ VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION Interventie - Monument Indië-Nederland, 1:350 Berlage Monument ‘Hendrik Pertus Berlage (1856-1934) was in zijn tijd een baanbrek - end architect. Bekende gebouwen van zijn hand zijn de Beurs aan het Damrak, het gemeente museum in Den Haag en het jachtslot Sint Hubertus in het park Hoge Veluwe. Als stedenbouwkundig ontwerper verbindt Berlage zijn naam aan het Plan-Zuid, waar de Rivierenbuurt deel van uit maakt. [...] Bij de onthulling sprak Burgemeester van Hall van “waarderende gedachten voor een belangrijke Amsterdammer’ [9] In het algemeen, voor wie zich in zijn vakgebied bevindt, wordt de oud bouwmeester, stadsplanner en architect H.P. Berlage nog altijd geprezen. Zijn standbeeld zal dan ook niet het meest controversiële monument zijn. Echter als case in het een interessant monument op een interessante plek omdat hier de monumentale stedenbouwer zelf letter- lijk op een voetstuk wordt gedragen. Het Plan Zuid is een voorbeeld bij uitstek van een topdown ontworpen stadsdeel, dat naast monumentale lanen, focus op monumenten en ‘de wolkenkrabber’ ook kleine straten en pleintjes kent. De vraag die we in onze interventie centraal willen stellen is onder andere deze: Wie mag het overzicht hebben? Van bove- naf de stad bekijken, lezen en herschrijven? En daarmee leek het ons een simpele geste om de bewoner van Amsterdam op ooghoogte met Berlage te plaatsen. Om een gesprek met hem aan te spannen, of een gesprek te starten met een ander die naast je staat om het spectaculaire uitzicht te bewonderen. Met een opgehoogd platform brengen we bezoekers op ooghoogte van Berlage. En daarmee wordt ook de ruimtelijke leegte van het plant- soentje ingevuld. De prominente ruimtelijke restruimte met uitzicht op de laan is nu niet enkel aan Berlage toebedeeld. Hier kan perfect een vriendelijk en informeel gesprek plaatsvinden over stadsvernieuwing en stedenbouw van het verleden, heden en toekomst. [9] https://amsterdam.kunstwacht.nl/kunstwerken/bekijk/724-berlage-monument Berlage Monument op het Victorieplein, kijkende richting de Amstel Framer Framed interventie, Monument Indie-Nederland, 2012 Mensen klimmen op het voetsuk van monument in Parijs, Antiracisme protest, 2020 VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION Interventie - Berlage Monument, 1:350 ‘Amsterdam heeft verschillende stadsmuren gehad. De Muiderpoort is de enige overgebleven poort van de 17de – 18de -eeuwse stadsmuur. Na het verlies van zijn verdedigende functie wordt hij een politiepost. Nu is de belasting erin gevestigd. Alle drie de functies passen prima bij de robuuste architectuur die ook strengheid moet uitstralen.’ [10] Als letterlijke restruimte van een verdedigingsmuur is de poort niet meer voor zijn originele functie in gebruik. En maar beter ook. De poort was letterlijk de plek waar toegang werd geweigerd tot de stad, waar wellicht geld werd gevraagd om naar binnen te treden. Het staat letterlijk symbool voor wie er toegang tot de stad heeft en straalt daardoor letterlijk macht uit. Het is jammer dat de huidige functie daarom niet losweekt van die traditie. Ook de belastingdienst (zeker na al haar affaires) staat symbool voor macht en controle. Het beeld uit de jaren 80 (zie beeld links) laat zien dat machtsobjecten ook een uitgelezen object zijn voor tegenspraak en protest, niet per se letterlijk tegen het object zelf (zoals bij Monument Indië-Nederland) maar ook tegen macht en het uitspreken van machteloosheid, in dit geval binnen het proces van stedelijke verandering. De woorden ‘CONRAD STR 11 BEHOUDEN’ refereren naar de sloop van een kraakpand en uithuiszetting van een grote groep mensen in de Amsterdamse Conradstraat. Een leuze die je vandaag de dag op tal van andere straten kan worden toegepast (denk aan tal van kraakpanden die de afgelopen jaren zijn ontruimd en displacement van tal van mensen in sociale woningbouw wijken aan de randen van de stad). De termen ‘Defacement’, ‘Denkbeeld’ en ‘Stupport Stucture’ inspireren ons in het ontwerp van deze interventie. Een muur die verbergt en tegelijkertijd onthuld, een muur die een transitie, verbouwing of Muiderpoort verandering vertegenwoordigd, waar men stiekem onderdoor zal kruipen, een muur die beklad zal worden, en tegelijkertijd de publieke vraag stelt: wat moet er met dit monument gebeuren? Waar staat het voor, wat voor betekenisvolle publieke functie zou het kunnen krijgen? We zien de interventie ook als een denkbeeld an sich, wellicht hoeft het nooit uitgevoerd te worden? Maar enkel versprijd? Of toch? [10] https://stadsherstel.nl/monumenten/muiderpoort/ Muiderpoort met protest teksten, uit beeldarchief, 1980 Support Structures, Celine Conderelli Defacement interventie Palast der Republik, Berlijn VECTORWORKS EDUCATIONAL VERSION Interventie - Muiderpoort, 1:350