LEIJENAAR Het wapen van de familie Leijenaar. In het voorwoord noemde ik de Amerikaan Edward John Leijenaar. Hij liet begin jaren zeventig onderzoek doen naar zijn Nederlandse familienaam. Daarbij kwam aan het licht er een familiewapen was. Het staat geregistreerd bij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag en dus is het echt. Denk nou niet dat we van adel zijn. Een wapen werd vroeger vaak gevoerd door welvarende boerenfamilies. Vandaag de dag kan je ze nog zien. Meestal staan ze aan de oprit van de boerderij. Maar toch is het leuk onderdeel van onze familiegeschiedenis. Vroeger werd de familienaam gespeld als ‘Leyenaar’ en vanaf het einde van de negentiende eeuw als ‘Leijenaar’. Om het simpel te houden heb ik consequent ‘Leijenaar’ gebruikt. FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 3 2 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ De eerste Leijenaar die ik kon vin- den is Jan Gijsberts en zijn vrouw Jetske Ykes (Ages?). Dat is alles wat ik weet. Veel meer weet ik van hun zoon Ieke (Ykke) Jans. Hij leefde in een roeri- ge tijd. In 1789 brak in Frankrijk de Franse Revolutie uit en in 1792 werden de Franse koning Lodewijk en koningin Marie Antoinette in het openbaar met de guillotine ont- hoofd. Er ging een schok door de wereld. Het onthoofden van staats- hoofden kwam regelmatig voor maar dat gebeurde ‘in de familie’. Maar dit werd door ‘het volk’ gedaan en het volk had tot dan toe niet veel te zeggen gehad. Wel was er de filosofische denkrichting ‘de Verlichting’ waarin werd aange- drongen op meer democratie, maar daar kon de gewone, arme man alleen maar van dromen. In Frankrijk gingen de guillotine’s overuren draaien. Het drieman- schap dat het voor het zeggen had, Danton, Marat en Robespierre ondergingen hetzelfde lot, behalve Marat die door zijn dienstmeisje Charlotte Corday in het bad met messteken vermoord werd. Ze nam wraak voor haar broer die onder de guillotine stierf. Uit die choas kwam een kleine Corsicaanse artilleriegeneraal boven- drijven: Napoleon Bonaparte. Hij was geliefd bij zijn manschappen. Hij at en dronk wat zij aten en dronken, hij sliep waar zij sliepen. Hij vocht onconventioneel voor die tijd maar vroeg geen onmogelijke dingen van zijn mensen. Hij werd de nieuwe leider van Frankrijk. Hij versloeg vernietigend Pruisen, het militair machtigste land van Europa, hij versloeg de Oosten- rijkers toen hij ver in de minderheid was in een briljante manouvre. De Europese koningshuizen begon- nen het in hun broek te doen. Hun tronen begonnen te wankelen. In onze geschiedenisboekjes zijn wij vals voorgelicht: Napoleon werd in Europa door de gewone man als een bevrijder gezien. Hij voerde de burgerlijke stand in, het decimale stelsel, het kadaster, de leerplicht, het recht op een advocaat, huizen kregen een huis- nummer (de bekendste is nummer 4711 in Keulen waar een parfum- firma was) enz. Natuurlijk kwam er geen paradijs op aarde voor de men- sen, maar men voelde dat er recht werd gedaan. Toen de Fransen Nederland binnenvielen was er bijna geen tegenstand. Dat al is illu- stratief voor de gemoedstoestand van de Nederlanders in die tijd. De impopulaire stadhouder Willem V vluchtte al snel naar Engeland. Alleen in de Achterhoek werd door de Fransen een freule gefullisiseerd die na vele waarschuwingen haar provocerend gedrag met de dood moest bekopen. In die tijd kreeg Nederland zijn eer- ste koning: Lodewijk (Louis) Napoleon. Hij was de broer van Napoleon Bonaparte. Hij meende het goed met Nederland. Op fone- tische wijze leerde hij Nederlands: ‘dou vel ansi ni om; doe wel en zie niet om’. Hij won steeds meer aan populariteit. Napoleon maakte de grote fout Rusland aan te vallen. In een bloedi- ge slag bij het riviertje de Borodino versloeg hij de Russen. Hij ging naar Moskou en wachtte op de capitula- tie van de de tjsaar. Die had een gigantisch groot land en had zijn hoofdstad niet nodig: hij wachtte op de Russische winter. Toen die kwam moest Napoleon de terug- tocht gaan maken. Dat brak de rug- gengraat van zijn leger. Bij Leipzig werd hij in 1813 verslagen. Hij werd verbannen naar het eilandje Elba in de Middellandse Zee. In Wenen werd een congres gehou- den onder leiding van graaf Von Metternich. Het motto was: alles moet terug naar het oude (l’ancien régime). Er werden toen spotpren- ten gemaakt met de titel ‘het volk hongert, maar het congres danst’. In Nederland werd het huis van Oranje door een driemanschap weer aan de macht gebracht. Volgens de geschiedenisboekjes stond de bevol- king van Scheveningen juichend op het strand toen de zoon van Willem V (dus Willem VI) daar vanuit Engeland arriveerde. In werkelijk- heid werden de mensen door mili- tairen uit hun huizen gehaald en onder dwang naar het strand gestuurd. Het Wener congres besloot dat er een sterke staat ten noorden van Frankrijk moest komen. De Habsburgse Nederlanden (het late- re Begië) werden bij Nederland gevoegd en Willem VI werd als koning Willem I ingehuldigd. Het land kreeg twee hoofdsteden, Amsterdam en Brussel waar hij elk half jaar resideerde. Napoleon Bonaparte gooide roet in het eten: in 1815 landde hij met een bataljon in Zuid-Frankrijk. De troepen die opdracht hadden hem te arresteren liepen massaal naar hem over. Uiteindelijk was hij weer terug in Parijs en binnen de korste keren had hij weer een groot leger op de been. De Britse generaal Wellington die met succes de Fransen in Spanje en Portugal had bevochten ging met een expeditie- leger naar Zuid-Nederland en de Pruisen marcheerden onder gene- raal Blücher in de dezelfde richting. De oude vos Napoleon besefte dat hij snel moest handelen. Hij wilde eerst de Britten verslaan en daarna de Pruisen. Het was 17 juni 1815. Toen begonnen de weergoden Napoleon dwars te zitten. In de nacht viel de regen met bakken uit de hemel. Zijn plan was op de 18e al vroeg aan te vallen met een inlei- dend bombardement van de artille- rie. Maar de kanonnen konden niet in stelling gebracht worden in de vette modder. Hetzelfde gebeurde met de infanteristen die bijna tot hun knieën wegzakten. Hij moest uren wachten. De Britten konden hun verdediging steeds beter voor- bereiden. De Franse artillerie opende het vuur, maar de explosies hadden veel minder effect omdat ze in de (1) Jan Gijsberts Leijenaar Gedoopt te IJlst op 14 februari 1717, meester kuiper, overleden op 3 december 1775. Hij was getrouwd met (1) Aaltje Jans, (2) Jetske Ykes (Ages?) Kinderen: Hantje Jans , ±1740-1820 Ieke (Ykke) , geboren rond 1748 (zie 2) (2) Ieke (Ykke) Jans Leijenaar Slager, geboren te Workum rond 1748, overleden te Workum op 30 september 1810. Hij trouwt op 10 augustus 1783 te Workum met Tjiets (Tjtietske) Jans Klapper , geboren rond 1750, overleden te Sneek op 17 maart 1808, dochter van Jan Tjerks en Aukjen Luitjens. Ze trouwen in de Doopsgezinde kerk aldaar en de vader van de bruid, Jan Klapper, is getuige. Uit het huwelijksregister van de Doopsgezinde kerk: Ykke Jans en Tjiets Jans beijde van Workum zijn na drie vooraf- gaande proclamatiën over onze stadskerk op dato alhier in in de huwelijkse staat bevestigd. Kinderen: Jan Geboren eind 1785 te Workum, overleden op 22 juni 1845. Hij is getrouwd op 27 april 1814 met Hinke Annes Faber , geboren omstreeks 1776, overleden op 13 februari 1845, dochter van Anne Johannes Faber en Tjamken Douwes. Hij was toen 29 jaar oud en zijn vrouw 37. Hij diende bij de Marine voor ene Jurjen Johannes Hermanides. De Fransen hadden de dienstplicht ingevoerd, maar niet iedereen was nodig. In iedere gemeente werd een soort loterij gehouden. Als je nummer viel was je de klos. Bij Jurjen Johannes was dat nummer 28,2. Hij had welgestelde ouders en die betaalden een voor die tijd aanzienlijk bedrag aan iemand die vrijgeloot was, in dit geval Jan Leijenaar (dat werd een vervanger of remplaçant genoemd). Hij diende op het marineschip La Trave dat in 1813 door de Britten werd geënterd en in beslag genomen. Hij was krijgsgevangen. Dat heeft niet lang geduurd, want in oktober 1813 was de slag bij Leipzig en is meteen daarna weer vrijgelaten. Hij had de twij- felachtige eer (vermoedelijke door zijn militaire ervaring) als infanterist te worden opgeroepen en vocht mee in de slag bij Waterloo in 1815 (zie hieronder). Jetske Geboren rond 1787 te Workum, overleden op 18 januari 1866 te Sneek. Ze op 14 december 1805 te Sneek in ondertrouw gegaan en getrouwd op 9 januari met Pieter Sipkes Seevensma , bakker, geboren rond 1777, overleden te Sneek op 18 december 1851, zoon van Sipke Pytters Seevensma en Jetle Oeges. Aukje Geboren rond 1790, overleden op 21 november 1854 te Sneek. Ze is getrouwd op 9 mei 1813 te Sneek met met Sjoerd Oeges Zeyl , overleden op 21 november 1854. Iebbeltje Geboren op 3 januari 1792 te Workum. Age Geboren op 9 september 1793 te Workum (zie 3) Lodewijk (Louis) Napoleon, broer van Napoleon Bonaparte, de eerste koning van Nederland modder smoorden. De infanterie werd daarop door de Britten neer- gemaaid. De Franse maarschalk Michel Ney probeerde met een onverantwoorde cavalerieaanval waarin hij zelf voorop ging, een doorbraak te forceren, maar ook dat mislukte. Uiteindelijk arriveerden de Pruisen onder Blücher op het slagveld en de Fransen begonnen zich terug te trekken. Dit keer nam men geen risico meer met Napoleon. Hij werd verbannen naar een onherbergzaam eilandje voor de westkust van Afrika: Sint Helena. Hij werd vergezeld door enkele vertrouwelingen en bewaakt door een klein Brits garnizoen dat zich ook verbannen voelde. In 1821 is Napoleon daar op 52-jarige leef- tijd overleden, officieel aan kanker, maar de laatste tijd komen er steeds meer aanwijzingen dat hij langzaam is vergiftigd door één van zijn Franse vertrouwelingen die in opdracht van de Franse regering handelde. Na zijn overlijden zijn er van zijn haar lokjes geknipt. Daarin zijn spo- ren van gif gevonden. In de slag van Waterloo vochten ook Nederlanders mee. Eén van hen was Jan Leijenaar. Veel Neder- landers hadden deel uitgemaakt van het Franse leger en waren oorlogs- moe. Zij werden opgeroepen te vechten tegen hun oude leider Napoleon en daar hadden ze geen zin in. Jan Leijenaar moest vechten bij een kruispunt van wegen: Quatre Bras. De Nederlandse bataljons onder commando van de kroonprins, de latere koning Willem II, moesten dat samen met enkele Britse batal- jons verdedigen. De Britten keken vol afschuw naar de Nederlandse taktiek. In die tijd was het gebruike- lijk dat de infanterie zich in ringen opstelden; de zgn. carré’s. Dat was ter bescherming tegen de cavalerie. Met geweervuur en bajonetten ver- dedigden ze zich dan redelijk goed. Zo niet de Nederlanders. De kroon- prins liet ze, onder protest van zijn eigen officieren, in lijn opstellen en zouden een makkelijke prooi zijn voor de Franse cavalerie. Een Britse hoge officier greep in en een bloed- bad onder de Nederlanders werd voorkomen. De kroonprins kreeg de bijnaam ‘Silly Billy’. Misschien wel dankzij deze Britse officier heeft Jan Leijenaar het overleefd. De kroonprins trouwde met de zuster van de tsaar van Rusland Anna Palowna en werd ingehuldigd als koning Willem II. Maar een kwelgeest uit het verleden bleef hem achtervolgen: Lodewijk Napo- leon. Regelmatig bezocht hij Den Haag en als hij met zijn koets door de stad reed werd hij door de bevol- king nog steeds toegejuicht. FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 5 4 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ Trouwakte van Jan Leijenaar en Hinke Annes Faber. Het was in de Franse tijd: Friesland was een departement en de burgermeester was een ‘maire’ FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 7 6 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ (3) Age Ykes Leijenaar Beurtschipper/slager/turfmeter, geboren te Workum op 9 september 1793, overleden te Sneek op 4 juli 1860. Hij trouwt op 7 april 1822 in het stadhuis te Sneek om elf uur ’s morgens met Sjoukje Gijberts van der Weide , dienst- bode, geboren te Langweer op 1 juni 1796, dochter van Gijsbert van de Weide (vedlwachter) en Aaltje Saagmans. Kinderen: Yke Postbode, geboren te Langweer op 29 juli 1823 (zie 4). Aaltje Geboren te Sneek op 24 september 1824. Gijsbert Geboren te Sneek op 4 oktober 1826, getrouwd op 13 mei 1855 met Vroukjen Dijksma Tytje Geboren te Sneek op 23 december 1828, overleden te Utingeradeel op 7 juli 1916, getrouwd op 18 mei 1851 met Willem Smits Jetske Geboren te Sneek op 22 september 1830, overleden op 10 maart 1834. Aukje Geboren te Sneek op 11 april 1833, overleden op 5 mei 1834. Jan Veldwachter, geboren te Sneek op 25 oktober 1834, overleden op 2 mei 1871 te Elden (Elst) bij Arnhem, trouwt op 12 oktober 1860 aldaar met Hendrina Mulder , geboren rond 1842, overleden op 1 juni 1873 te Almelo, dochter van Laurentius Mulder, schoenmaker, en Maria Groen. Ruurd Geboren te Sneek op 24 september 1836, overleden in 1838. Hans Geboren te Sneek op 5 oktober 1838, overleden op 1 februari 1911 te Deil, getrouwd met Jaantje Lorijn Uit het register der vroedvrouwen uit Workum: 12 September 1793 is door mij Hykke Jans verlost Tjiets Jans huis- frou van Ieke Jans woonend te Workum en haar van een levendig kind zijnde een soon welke genaamd is Age. Behorende ouders tot de Publieke Griffenmende Kerk. (Bedoeld werd de Doopgsgezinde kerk). Of de vroedvrouw heeft zich ver- gist, of Age, maar als de datum klopt heeft Age zijn verjaardag altijd drie dagen te vroeg gevierd. Huwelijksakte: Age Ykes Leijenaar, oud 28 jaren, schipper, woonagtig te Sneek en gebo- ren te Workum den negenden Sep- tember 1793 blijkbaar uit eene acte van bekendheid opgemaakt voor den Heer Vrederegter van het Kanton Hindeloopen den vijfden der vorigen maand, geregistreerd den zesden en door de regtbank alhier gehonolo- gueerd den vijfentwintigsten dierzelf- den maand, meerderjarig zoon van Yke Jans Leijenaar en S(T)iets Jans Klapper indertijd echtelieden. Sjoukje Gijsbert van de Weide, oud 25 jaren, dienstmaagd, woonagtig te Sneek en geboren te Langweer de eer- sten juni 1796 blijkens doopextract afgegeven door de Grietman van Doniawerstal den vijentwintigsten Februarij van het loopende jaar en den tweeden van den vorigen maand door de regtbank van Sneek gelegali- seerd. meerderjarig dogter van van Gijsbert van de Weide, dienaar der Politie een Aaltje Saagmans, echtelie- den woonagtig te te Langweer, welke hun ouderlijke goedkeuring hebben gegeven middel een acte geparafeerd door de Heer Jacobus Jongbloed, Notaris in het kantoor Lemmer. Getuigen bij het huwelijk waren: Hermanius van de Velde, (stadsbode, 77 jaar) Anne Arontius, (stadsomroeper, 55 jaar) Govert Vink, (marktmeester, 45 jaar) Jan de Jong, (agent van politie, 37 jaar) Blijkbaar waren de ouders van de bruid het niet eens met het huwe- lijk. Er was een notariële akte waar- in de ouders toestemming gaven. Langweer ligt niet zover van Sneek vandaan en als je dochter gaat trou- wen wil je er toch bij zijn. Het blijkt ook uit de huwelijksgetuigen: alle- maal personen in dienst van de gemeente Sneek. Blijkbaar was er geen familie bij aanwezig. Bij de huwelijksdocumenten is een verklaring van de gouverneur van de provincie Friesland dat verklaart dat de bruidegom aan zijn verplich- tingen van de Nationale Militie heeft voldaan. Pasfoto’s waren er toen nog niet, er werd een persoonsbeschrijving gegeven. Lengte: 1 el, 9 voet; gezicht: vol; voorhoofd: breed; ogen: blauw; neus: stomp; mond: groot; kin: rond; haar: donkerbruin; wenkbrauwen: diep. Af en toe ben ik hem later in de tijd tegengekomen en had hij het beroep van slager (dat van zij vader) en turfmeter (die moest de hoeveel- heid verkochte turf opmeten en daar moest belasting over betaald worden: hij zal daardoor niet popu- lair zijn geweest). Een combinatie van schipper, slager en turfmeter is wel heel bijzonder. Een verklaring is misschien dat zijn oudste kind (Age) onderweg op het schip te Langweer is geboren, (of bij zijn schoonouders) maar alle anderen in Sneek. Ik vermoed dat zijn vrouw geen zin had in het varen en dat hij daarom slager en turfmeter is geworden. Geboorteakte van mijn voorvader Yke Leijenaar NB Zoals u verder in dit boekje zult zien komen er opmerkelijk veel veldwachters voor in de familie Leijenaar. Ik denk dat het begonnen is met de schoonvader van Age Ykes die vermoedelijk zijn kleinzoon Jan tot dit (slecht betaalde beroep) geïnspireerd heeft. FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 9 8 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ Trouwakte van Ages Ykes Leijenaar en Sjoukje Gijberts van der Weide FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 11 10 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ (4) Yke Ages Leijenaar Postbode, later veldwachter, geboren te Langweer op 29 juli 1823, overleden op 15 september 1898 te Muiden, getrouwd op 12 mei 1850 met Sjoukje Wagenmakers , geboren te Sneek op 9 augustus 1824, overleden te Muiden op 13 september 1858 dochter van Cornelis Sytses Wagenmakers en Geertje Wybrens Nauta Kinderen: Sjoukje Geboren te Sneek op 31 oktober 1850. Age Geboren te Sneek op 9 januari 1853, veldwachter, (zie 5). Cornelis Sigarenmaker, geboren te Muiden in 1855, getrouwd te Assen op 25 november 1894 met Annigje Schut , geboren in 1864, dochter van Hendrik Schut en Jantje Piel. Geertje Geboren te Muiden in 1858, getrouwd op 28 oktober 1892 met Cornelis Verschoor , zoon van Willem Verschoor en Geertrui de Jong. Op 16 januari 1859 hertrouwt hij met Wilhelmina Versteeg , dienstbode, geboren te Huizen rond 1830, dochter van Jan Versteeg, werkman, en Magdalena Boor. Kinderen: Magdalena Geboren rond 1860, getrouwd op 26 augustus 1880 met Leendert Schulp , scheepsbouwer, geboren rond 1857, zoon van Leendert Schulp, scheepsbouwer en Neeltje Bregman. Jannetje Geboren rond 1862 te Muiden, getrouwd op 24 juli 1887 met Wijcher Anthonie Pleijter , geboren rond 1865 te Nieuwendam, zoon van Wijcher Pleijter, werkman, en Antoinetta Pieternella Correlje. Yke Geboren rond 1866 te Muiden, overleden te Groningen op 4 november 1941, getrouwd op 22 april 1904 met Femmigje Gort , geboren rond 1862 te Zwartsluis, dochter van Egbert Gort en Renje Elbers. Gijsbert Huisschilder, geboren rond 1867 te Muiden, getrouwd op 7 december 1888 met Guurtje van Walen , geboren rond 1866, dochter van Willem van Walen en Francina Gijsberta Visser. Elisabeth Wilhelmina Geboren rond 1872, getrouwd op 4 juni 1897 met Geert Teunis Bosma , sigarenmaker, geboren rond 1875, zoon van Koop Hendriks Bosma, tuinman, en Willemien Lunshof. Geboorteakte van mijn overgrootvader Age Leijenaar FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 13 12 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ Nu ga ik de levenswandel van mijn overgrootvader beschrijven. In de familie Leijenaar is zijn reputatie niet al te best. Ik schrijf op wat ik weet. Het is gebeurd in lang vervlo- gen tijden en elk verhaal heeft twee kanten, maar ik wil een poging wagen. Het oordeel is aan de lezer. Zijn naam schrijf ik voor de laatste keer volgens de Friese traditie met de toevoeging Ykes. Misschien heeft hij het nog gebruikt, maar daarna niemand meer. Het veldwachteren zat de familie blijkbaar in het bloed. Net als zijn vader Yke en twee ooms werd Age ook veldwachter. Hij werkte het in de omgeving van Gorkum. Daar heeft hij zijn toekomstige vrouw Willemina Straver ontmoet. Ze was de dochter van een scheepsbouwer. Ze raakte in verwachting maar haar ouders wilden niet dat ze met hem trouwde en stelden hun dochter voor als ongehuwde moeder thuis te blijven. Het kind, een dochter, is geboren op 18 april 1879 te Heukelum en werd vernoemd naar de moeder van Age: Sjoukje, roep- naam Sjouwke. Dat heeft Wille- mina waarschijnlijk gedaan om aan te geven wie de vader was. Pas op 6 september 1879 zijn ze toch getrouwd. Meteen daarna zijn ze naar Rotterdam vertrokken en later naar het dorpje Zuidland op Voorne-Putten. Daar zijn vier kin- deren geboren, als laatste mijn opa met de naam Bastiaantje. Ik heb nooit anders geweten dat hij Bastiaan Age heette (hijzelf waar- schijnlijk ook). Hij had een broer- (5) Age (Ykes) Leijenaar Veldwachter, later beroepsmilitair, geboren te Sneek op 9 januari 1853, overleden te Utrecht op 18 februari 1938, getrouwd op 6 september 1879 met Willemina Straver , geboren te Emmikhoven op 15 juni 1854 om 9 uur ’s avonds, overleden te Jutfaas op 31 december 1909, dochter van Nicolaas Straver , scheepsbouwer en Dingena de Vette Hij hertrouwt op 4 augustus 1910 met Johanna Maria Zuithoff , geboren te Utrecht in 1860, overleden te Jutphaas op 5 augustus 1925, dochter van Gerhardus Sebastiaan Zuithoff en Wilhelmina Elisabeth de Nigteren Hij hertrouwt op 17 maart 1926 met Betje Goverdina Buizert , geboren op 23 april 1872, overleden te Zeist op 12 september 1939, dochter van Cornelis Buizert en Merrigje Brugman . Ze gaf op 24 augustus 1901 te Meerkerk als ongehuwde moeder het leven aan een zoon: Diederik Buizert, overleden op 13 oktober 1901. Op 13 juni 1911 trouwt zij te Meerkerk met Sietze Oosterbaan (45), geboren te Gorredijk, overleden op 28 juni 1917 te Lexmond, zoon van Harm Lodewijk Oosterbaan en Tjiske Gerbens Blauw (wat had ze een tragisch leven). Kinderen (allen uit het eerste huwelijk): Sjoukje (Sjouwke) Geboren te Heukelum op 18 april 1879, overleden op 31 maart 1950 te Soekaboemi (Nederlands Indië), ze trouwt op 8 augustus 1902 met Johan Jacobus Kimmel , geboren te Middelburg rond 1877, overleden te Arnhem op 3 november 1960, zoon van Marinus Jacobus Kimmel, timmerman en Catharina Geertruida Tromp. Ze vertrekken op 2 juni 1904 naar Nederlands Indië. Later meer over hen. Cornelus Antonie Geboren te Rotterdam op 24 maart 1881, overleden te Ede op 20 januari 1942, getrouwd te Utrecht op 31 augustus 1904 met Maria Aletta Cabo , geboren te Utrecht op 10 mei 1886, dochter van Joannes Cabo en Hendrika van Maarseveen. Later meer over hen. Jacomina Dingena Lydia Geboren te Zuidland op 30 januari 1883, getrouwd op 4 juli 1902 te Brummen met Jan Christiaan Plante , geboren te Brummen rond 1878, zoon van Maarten Plante en Alberdina Plasman. Ik kan me nog herinneren dat ze eind jaren vijftig in Arnhem woonden in een souterrain van een herenhuis. Achter het huis was een grote tuin en ze hadden een dochter die op klompen liep, die ze op z’n Arnhems ‘klumpkes’ noemde. Nicolaas Bastiaan Arie Geboren te Zuidland op 1 september 1884, getrouwd te Renkum op 1 december 1910 met Cornelia Jongboer , geboren te Oosterbeek, dochter van Cornelis Martinus Jongboer en Gerritje Heilbron (Hillebron). Hij is bekend onder de naam ‘ome Nico’, en het zwarte schaap van de familie. Hij had een klein aannemersbedrijfje en ging in de oorlogsjaren voor de Duitsers werken. Daar had je een zgn. ‘Ariër-verklaring’ voor nodig; je moest bewijzen dat je voorouders tot drie generaties terug ‘raszuiver’ waren. Die papieren heb ik thuis. Hij ging versterkingen en bun- kers bouwen in het voormalige Oost-Pruisen (thans Polen) . Toen het Russische leger eind 1944 daar oprukte moest hij hals over kop vluchten. Hij zag kans per schip naar noord-Duitsland te gaan, achtervolgd door Russische marinesche- pen. Na de oorlog heeft hij een korte straf uitgezeten en is nog een keer bij mijn opa op visite geweest. Hij heeft ruzie met hem gemaakt en ome Nico zei: ‘Maar Sjaan, ik ben bijna in de Oostzee verzopen!’ Waarop mijn opa zei: ‘Was je maar verzopen!’. Daarna schijnt er geen contact meer te zijn geweest. Bastiaantje Age Geboren te Zuidland op 20 september 1885, overleden op 7 augustus 1886. Bastiaantje (Hij is later geregistreerd als Age Bastiaan, vermoedelijk heeft hij dat zelf gedaan, denkend dat dit z’n echte naam was), geboren te Zuidland op 13 september 1886 (zie 6). Dingena Lydia Geboren te Gorkum op 26 december 1889, overleden te Utrecht op 21 juni 1931, getrouwd op 21 september 1910 te Utrecht met Albertus Pieter ten Dam , timmerman, geboren 26 januari 1881, overleden te Utrecht op 7 februari 1962, zoon van Albertus Gerardus ten Dam en Cornelia Wilhelmina Rijksen. Zij erkennen een zoon Johan geboren te Utrecht op 27 december 1908. Yke Geboren te Gorkum op 21 maart 1892, getrouwd op 11 november 1921 met Maria Hubertina Hanssen , geboren te Ubach Over Worms op 4 januari 1895, overleden te Utrecht op 9 augustus 1935, dochter van Hubert Casper Joseph Hanssen en Gertrud Lamsoor. Gijsbertus Jan (later meer over hem). Geboren te Gorkum op 28 augustus 1894, overleden te Utrecht in 1952, getrouwd te Utrecht op 4 juli 1917 met Dina Haseleger , geboren te Utrecht op 25 september 1894, overleden te Utrecht op 10 december 1918, dochter van Hendrik Haseleger en Teuntje Asmus. Hij trouwde (of had een realtie) als KNIL-militair met een inlandse vrouw op Java en had daar in ieder geval een zoon. Op 16 september 1925 her- trouwt hij te Utrecht met Helena Takken , geboren in 1899, dochter van Gerrit Takken en Cornelia van den Berg. Age Geboren te Gorkum op 26 augustus 1896 overleden te Utrecht op 6 maart 1972. In de familie bekend als ‘ome Arie’. Blijkbaar wilde hij niet naar zijn vader vernoemd worden en ging door het leven als Arie. Hij was getrouwd met Wilhelmina (tante Mien) de Lang , dochter van Jan Willem de Lang en Mijntje Veerman. Mijntje was de zuster van Clazina Veerman, mijn oma. Op de familie Veerman kom ik nog uitgebreid terug. Ome Arie en tante Mien woonden in Utrecht aan de Otterstraat. Ome Arie werkte bij de houthandel Jongeneel. Pas sinds kort weet ik dat zij in de oorlog in hun kleine huisje in de Otterstraat in Utrecht een Joods gezin hebben verborgen. Geertje Geboren te Gorkum op 26 maart 1900. Ze leek precies op mijn opa. Ze was getrouwd met Jan Dirk Haseleger , geboren op 14 maart 1890, een broer van Dina Haseleger. Ik kende hem onder de naam ‘Ome Jan Haseleger’. Ze woonden in Haarlem en hadden één zoon. Die is plotseling jong overleden en had ook één zoon. Hij studeerde in Ede aan de wegbouwschool en is bij een verkeersongeluk (± 1980) op weg naar huis verongelukt. Kort daarna zijn zijn opa en oma, ik denk van verdriet, kort na elkaar overleden. tje, Bastiaantje Age, dat vlak voor zijn geboorte overleden is. Mischien heeft zijn moeder uit verdriet hem die namen gegeven. Ik heb er geen andere verklaring voor. Op 26 december 1889 wordt er een doch- ter in Gorkum geboren en is Age Leijenaar van beroep veranderd: hij is beroepsmilitair. Hij had de func- tie van oppasser. Hij hield de ver- blijven van enkele officieren schoon, deed hun was en onder- hield hun wapens maar moest voor- al discreet zijn. De verhouding met zijn schoonfamilie moet verbeterd zijn omdat het gezin weer vlak in de buurt ging wonen. Gorkum ligt op een strategisch punt. De rivieren de Maas en de Waal komen hier samen en vormen een grote rivier de Merwede die richting Rotterdam stroomt. Er was daar een groot fort de deel uitmaak- te van de Hollandse Waterlinie. Dat was een militaire verdedigings- linie die zich uitstrekt van de voor- malige Zuiderzee bij Muiden tot aan de Biesbosch. De Linie lag als een beschermende krans van forten rondom de steden van Holland.. Het verdedigingswapen van de Hollandse Waterlinie was het water. Dat was te danken aan een ingenieus waterhuishoudkundig systeem van sluizen, inundatiekana- len en bestaande waterwegen en -keringen. Een klein laagje water, gemiddeld maar 40 cm diep, was al genoeg om het land verraderlijk en moeilijk begaanbaar te maken voor mensen, voertuigen of paarden, vooral in een tijd dat er nog geen vliegtuigen waren. Tegelijkertijd was het te ondiep om per boot te bevaren. Totaal kon de Waterlinie binnen een kleine drie weken onder water worden gezet. Dit noemt men innundatie. Op zwakke punten werd de natuurlijke verdedigingslinie aangevuld met onder meer forten, kazematten en (groeps)schuilplaatsen. Daarnaast bestond de Linie uit vijf vesting- steden Muiden, Weesp, Naarden, Jutphaas, Gorkum en Wou- drichem. Age Leijenaar Willemina Straver Fort Vuren, zoals het er nu uitziet, aan de Merwede bij Gorkum, waar Age Leijenaar jarenlang als beroepsmilitair gediend heeft FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 15 14 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ Ik kan me nog herinneren dat mijn opa grapjes maakte over het zwem- men van mijn broer en ik in het ENKA-zwembad: ‘Ik werd gewoon van de brug in Gorkum afgeflik- kerd, en heb zo zwemmen geleerd.’ In Gorkum kreeg hij zijn roepnaam. Het werd van Bastiaan naar Besjaan en tenslotte Sjaan. In de familie was hij bekend onder de naam ‘ome Sjaan’. Van de broers en zusters van mijn opa heb ik er maar twee echt gekend: zijn broer Arie en zijn jong- ste zuster Geertje. Ze hadden het- zelfde beeld van hun vader: hij had het hoog in de bol en dacht dat hij als militair heel wat was. Vermoedelijk werd hij in het begin door zijn schoonouders financieel ondersteund, maar dat moet een keer zijn opgehouden en hij pres- teerde het zijn eigen zoon, mijn opa, Bastiaan te laten tekenen bij de Marine en streek zelf het handgeld op. Mijn opa diende op het wachtschip Willemsoord en in die tijd moet hij een meisje hebben ontmoet. De ini- tialen van haar werden op zijn arm getatoueërd. Tot aan zijn dood heeft hij nooit willen zeggen wie dat was. Eind 1909 moet mijn opa bericht hebben gekregen dat zijn moeder ernstig ziek was. Hij kreeg geen toe- stemming haar te bezoeken en is gedeserteerd. Of hij op tijd geko- men is weet ik niet, maar op oude- jaarsdag 1909 is ze aan de Hoog- ravenseweg te Jutfaas overleden. Normaal was hij afgezwaaid als matroos der eerste klasse, maar toen als matroos der derde klasse. Een paar jaar daarna is Age Leije- naar vermoedelijk gepensioneerd Toen zijn tweede vrouw in 1925 overleed heeft hij enkele jaren alleen gewoond en werkte hij als nachtportier. In die periode is hij een keer naar Ede gegaan met de mededeling dat hij besloten had bij zijn kinderen te gaan wonen. Mijn opa en zijn broer Cornelus hadden daar helemaal geen zin in. Op een dag kregen alle kinderen een dagvaarding van de rechtbank in de brievenbus. In die tijd was er nog geen AOW en hadden de kin- deren een ‘onderhoudsplicht’. Mijn opa en zijn broer moesten naar de rechtbank in Arnhem. Daar werd hun inkomen vastgesteld. Mijn opa verdiende niet veel, maar toch moest hij een paar gulden per week afstaan aan zijn vader wat in die tijd een behoorlijke hap uit het huis- houdboekje was. Mijn opa had een goed contact met zijn broers Gijsbert en Yke. Gijsbert was een grote en sterke man. In 1938 kwamen er berichten dat dat opa Leijenaar hard achteruit ging. De drie broers besloten hem te bezoeken. Ze belden aan. De voordeur was voorzien van een klein luikje. Betje Buizert, deed het luikje open en snauwde: ‘Leijenaar slaapt’, waarop Gijsbert haar bij de keel greep en haar dwong de deur open te doen. Opa Leijenaar was er slecht aan toe en begon te huilen toen hij zijn drie zoons zag. Hij heeft nog enkele uren met zijn zoons gesproken. Een paar dagen later is hij overle- den. Een jaar later overleed Betje Buizert te Zeist. Waarom zij zo rea- geerde weet ik niet, wel dat zij een tragisch leven heeft gehad. Het leven van mijn overgrootvader Age Leijenaar wil ik hiermee beslui- ten. Nogmaals: ik heb opgeschreven wat ik weet en zoals elk mens moet hij ook zijn goede kanten hebben gekend. Het getuigschrift van de Marine waarin mijn opa het nooit verder heeft gebracht als matroos der derde klasse. Dat kwam door zijn desertie omdat hij zijn ernstig zieke moeder wilde bezoeken Het fort bij Jutphaas waar mijn overgrootvader Age Leijenaar tot aan zijn pensionering als oppasser heeft gediend 16 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 17 De oudste zuster van mijn opa, Sjoukje (Sjouwke), werd rond okto- ber 1999 zwanger en beviel op 7 juni 1900 van een dochter die ze Catharina Geertruida Wilhelmina noemde. Dat was geen toeval: de moeder van de vader heette Catharina Geertruida en haar moe- der Wilhelmina (Willemina). Met de vader werd Johan Jacobus Kimmel bedoeld, veldwachter te Gorkum. Dat kan ook geen toeval zijn geweest: vermoedelijk waren Age Leijenaar en Johan Kimmel collega’s of ex-collega’s, maar ik denk dat ze elkaar hebben gekend. Johan Kimmel werd net als zijn a.s. schoonvader beroepsmilitair, ik denk op zijn advies. Hij doorliep een ongelooflijk snelle carrière. Op 9 maart 1900 werd hij van korpo- raal bevorderd tot sergeant van de vestingartillerie. Op 18 mei 1902 werd hij sergeant vuurmaker in de 6e compagnie. Op 27 juli 1902 is hij in onder- trouw gegaan met toestemming van zijn compagniescommandant. De- fensie deed in die tijd nogal moeilijk op dat gebied en dat kan verklaren dat het zo lang duurde totdat hij zijn dochtertje erkende. Op 21 april 1904 wordt hij bevorderd tot ser- geant-majoor vuurmaker bij de artillerie en overgeplaatst naar Nederlands Indië. Voorwaar een opmerkelijke loopbaan! Ik kan mij als oud-dienstplichtig militair niet aan de indruk onttrek- ken dat hij bij defensie een beschermheer moet hebben gehad. Maar wie ben ik. Op 8 augustus 1902 (dus meer dan twee jaar na de geboorte) vond te Gorkum het huwelijk plaats en erkende hij het vaderschap van zijn dochter. In ieder geval vertrekt het jonge gezin Kimmel op 2 juni 1904 naar Nederlands Indië. De eerste tijd hebben ze in Soerabaja gewoond, want daar werd in 1902 hun tweede kind geboren: Arie. Vermoedelijk was zijn doopnaam Age, maar waar- schijnlijk had ook Sjoukje onplezie- rige herinneringen aan haar vader. Op 14 juni 1905 werd een zoon Marinus geboren die in datzelfde jaar overleed. Ze hadden nog een dochter Wilhelmina (1911-2006) en een zoon Marinus (1914-1990). Uiteindelijk (vermoedelijk na de pensionering van Johan Kimmel, tropenjaren telden dubbel) is het gezin naar Bandoeng verhuisd. Op 30 april 1909 werd prinses Juliana in het paleis Noordeinde te Den Haag geboren. Ook in Nederlands Indië was het feest. Sergeant-majoor Kimmel had de eer de commandant van de vele saluutschoten te mogen zijn In Bandoeng moet ‘Toosje’ Kimmel Hendricus Hermanus Hofstee heb- ben ontmoet en is met hem getrouwd rond 1921. Die was daar jarenlang beroemd chef kok en pâtissier van Maison Kuyl en Versteeg. Huize Schuttevaer te Soekaboemi werd in 1880 gesticht door J.C. Schuttevaer. Soekaboemi is een kleine stad op Java vlakbij Bandoeng. Het ligt hoog in de ber- gen en heeft daardoor een mild kli- maat. Het kan er in de nachten zelfs koud zijn. Het restaurant serveerde dan ook ‘Hollandse kost’ zoals boe- renkool, sperziebonen etc. Zelfs nieuwe haring was in het seizoen te krijgen. Het was bij de Indische Nederlanders daarom erg populair. Op 1 maart 1921 verkocht hij de zaak aan Hendricus Hermanus Hofstee. Behalve het Nederlandse eten leverde huize Schuttevaer fameus marsepein en banketgebak, maar ook kwaliteitssigaren en -siga- retten. Het was een trekpleister tot in de verre omgeving. Catharina Kimmel-Leijenaar en Hendricus Hermanus Hofstee kre- gen een dochter Catharina Sjoukje (Toosje) geboren op 28 maart 1922 te Soekaboemi en een zoon Johan Gerardus geboren 24 augustus 1924 overleden te Santpoort op 4 november 1994. In 1942 werd Nederlands Indië door de Japanners veroverd en kwam de families Hofstee en Kimmel in de beruchte Jappen- kampen terecht. Als door een wonder hebben de beide families de kampen overleefd. H.H. Hofstee is op 6 januari 1958 te Hilversum overleden en Toosje Johan Jacobus Kimmel rond 1898 in zijn veldwachtersuniform Catharina Kimmel-Leijenaar en haar man Hendricus Hermanus Hofstee rond 1923 met hun dochter Toosje. Rechtsboven het reclamebord ‘Huize Schuttevaer’ Kimmel op 30 juni 1984 te Bennekom. Van het fameuse restaurant was na de oorlog niet veel meer over: de Japanners had- den het leeggeplunderd en uitge- woond. Er is nog geprobeerd het restaurant weer op te starten, maar een groot succes is het niet meer geworden. Sjoukje Kimmel- Leijenaar werd ernstig ziek: ze had kanker. Ze heeft de laatste dagen van haar leven bij haar dochter in Soekaboemi doorgebracht en is daar op 31 maart 1950 overleden. Na de oorlog brak de Indonesische onafhankelijksoorlog uit. Nederland kon niet accepteren dat de eeuwen- oude kolonie zelfstandig zou wor- den. Er werden veel troepen gestuurd en er werd een koloniale oorlog gevoerd onder de naam ‘politionele acties’. Het bracht Nederland aan de rand van de financiële afgrond. In 1949 tekende koningin Juliana onder grote inter- nationale druk de soevereiniteits- overdracht en daarmee was Indonesië een onafhankelijk land geworden. In de familie gaat het verhaal dat H.H. Hofstee het restaurant had overgedaan aan een Chinese bedrijfsleider die jarenlang nog trouw geld heeft overgemaakt. Johan Jacobus Kimmel woonde in de buurt van Arnhem in een voor die tijd exclusief pension voor men- sen uit het voormalige Nederlands Indië. Ik ben daar samen met mijn moeder en oma zo rond 1959 op bezoek geweest en op die dag ben ik voor de eerste keer in een restaurant geweest. De biefstuk was heerlijk!. Hij is op 3 november 1960 te Arnhem overleden. Zijn dochter Toosje heeft nog in Ede gewoond op de seniorenflat ‘Weerdestein’ in Ede waar mijn oma Clasina Leijenaar-Veerman ook woonde. Mijn moeder en mijn oma bezoch- ten haar daar regelmatig. Ik ben daar een paar keer geweest en het interieur ademde het oude Nederlands Indië uit. In die tijd (rond 1975) wist ik nog niet veel van mijn familiegeschiedenis: dat kwam pas later. Had ik toen maar vragen gesteld, dan had ik nu veel meer geweten. Toch ben ik dank verschuldigd aan famililieleden en anderen via het internet die mij over deze Indisiche familietak zover hebben gebracht. Feestje van de zusterschool te Soekaboemi rond 1932. Tweede staande van rechts Toosje Hofstee Presentatie van de cullinaire hoogstandjes in marsepein van H.H. Hofstee op de jaarbeurs van Bandoeng rond 1923 Johan Jocobes Kimmel en Sjouwke (Sjoukje) Leijenaar bij hun huis in Bandoeng in de dertiger jaren van de vorige eeuw 18 FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ Boven ziet u een familiefoto, achter- op staat geschreven Gijsbert. Hij is gemaakt rond 1921. Het is Gijsbert Jan Leijenaar, de broer van mijn opa. In het familieoverzicht staat dat hij op 4 juli 1917 trouwde met Dina Haseleger. Zij stierf op 10 december 1918 op 24-jarige leeftijd aan de ‘Spaanse griep’. Het is vermoedelijk de ergste vorm van griep die de mensheid tot nu toe gekend heeft. In de zomer van 1918 stierven in Nederland de eerste mensen aan de Spaanse griep. In andere landen waren reeds duizenden mensen aan deze virusziekte overleden. Waar de ziekte precies is begonnen is niet duidelijk. Er is een theorie dat het een gemuteerd varkensgriepvirus is afkomstig van Chinese spoorweg- arbeiders die in Amerika werkten. Een andere theorie is dat de Amerikaanse militairen die zouden gaan deelnemen aan de Eerste Wereldoorlog werden gevaccineerd tegen te veel ziektes in één keer. Men denkt dat daarbij de mutatie van het griepvirus is ontstaan. Het eerste gedocumenteerde geval is dat van soldaat Albert Mitchell, die zich op 11 maart 1918 ziek meldde in Fort Riley in de staat Kansas in de Verenigde Staten. De ziekte ver- spreidde zich met grote snelheid over de wereld. Vanuit de Verenigde Staten naar het Oosten en vandaar uit weer terug naar het Westelijk halfrond. De Eerste Wereldoorlog was nog aan de gang en door de censuur kwamen er wei- nig berichten naar buiten over de ziekte. Alleen in Spanje, dat niet aan de oorlog deelnam, werd in de pers veel aandacht besteed aan de epidemie. De ziekte werd daarom de Spaanse griep genoemd, hoewel het niets met Spanje te maken had. De griep begon met hoge koorts, hoesten, spier- en keelpijn. Gevolgd door extreme moeheid en flauwtes. Men verloor zoveel energie dat men niet meer kon eten en drinken. De ademhaling werd steeds moeilijker, gevolgd door de dood. Er kwamen veel nepmedicijnen op de markt. Een effectief medicijn was er niet. Naar schatting hebben meer dan een half miljard mensen de ziekte opgelopen. In India alleen al stier- ven 10 miljoen mensen aan de griep. In totaal stierven er tussen de 20 en 40 miljoen mensen aan. Bij een ‘normale’ griep worden vooral ouderen en anderen met een lage weerstand getroffen. Zo niet bij de Spaanse griep: het waren vooral de mensen in de leeftijdsgroep van 20 tot 40 jaar die overleden. In het voorjaar van 1919 was de ziekte uit- gewoed. Eén op de 250 Nederlanders Gijsbert Jan Leijenaar met zijn inlandse vrouw traditioneel gekleed in sarong (jurk) en kebaja (bloes) FAMILIEKRONIEK VAN KEES DE HEIJ 19 overleed aan d