Terra Incognita Globalisering, ecologie en rechtvaardige duurzaamheid Peter Tom Jones & Roger Jacobs Terra Incognita Globalisering, ecologie en rechtvaardige duurzaamheid Terra Incognita Globalisering, ecologie en rechtvaardige duurzaamheid Peter Tom Jones & Roger Jacobs © Academia Press Eekhout 2 9000 Gent Tel. 09/233 80 88 Fax 09/233 14 09 Info@academiapress.be www.academiapress.be De uitgaven van Academia Press worden verdeeld door: J. Story-Scientia bvba Wetenschappelijke Boekhandel P. Van Duyseplein 8 B-9000 Gent Tel. 09/225 57 57 Fax 09/233 14 09 info@story.be www.story.be Ef & Ef Eind 36 NL-6017 BH Thorn Tel. 0475 561501 Fax 0475 561660 Vormgeving & cover: bvba Le Pur et l’Impur Peter Tom Jones en Roger Jacobs Terra Incognita Globalisering, ecologie en rechtvaardige duurzaamheid Gent, Academia Press, 2006, xxiii + 647pp. ISBN 90 382 0901 0 D/2006/4804/50 NUR 740 U 888 Dit boek werd gedrukt op milieuvriendelijk papier. Het hiervoor gehanteerde BIOSET-papier werd geproduceerd zonder gebruik van chloor (TCF) en zon- der toevoegingen van optische glansmiddelen (OBA's). Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inhoudstafel • Lijst figuren, kaders en tabellen XI Woord vooraf XV Bart Martens Inleiding XIX Deel I Het ecologische vraagstuk Een milieuwetenschappelijke en economische analyse 1 Hoofdstuk 1 De vlinder van Lorenz 7 1. Inleiding 7 2. Orde en chaos 8 2.1. Lorenz’ vlinder 9 2.2. Chaos en complexiteit 11 2.3. Chaostheorie in de sociale wetenschappen 12 3. Chaostheorie en globale opwarming 13 3.1. Natuurlijke klimaatwijzigingen 13 3.2. Antropogene klimaatwijzigingen 16 4. Chaostheorie, globalisering en milieu- en gezondheidsrisico’s 44 4.1. Invasie van vreemde soorten 44 4.2. Nieuwe en oude infectieziekten 45 4.3. Vreemdsoortige pollutie 47 4.4. Milieuproblemen zijn diffuus 48 5. Een onzekere toekomst 49 5.1. Optimisme versus pessimisme 49 5.2. Menselijke zelfoverschatting? 50 5.3. Het Antropoceen 54 5.4. De toekomst is onvoorspelbaar 55 Hoofdstuk 2 Pleidooi voor milieurealisme 57 1. Inleiding 58 2. De visie van Lomborg 59 2.1. Karikatuur 61 V 2.2. Ideologische recuperatie 62 2.3. De reactie in de wetenschappelijke vakliteratuur 63 2.4. Lomborg en rookgordijnen 64 3. Lomborg en het klimaatvraagstuk 64 3.1. Risico’s, onzekerheid en onwetendheid 67 3.2. Lomborgs voorstelling 69 3.3. Kosten-baten-analyses en het Kyoto-akkoord 70 3.4. Achterhoedegevecht 73 3.5. Positieve koolstofterugkoppeling 78 3.6. Tot besluit 79 4. Lomborg en biodiversiteit 80 5. Kuznetscurves en economische groei 86 5.1. Ontkoppeling 87 5.2. Lokale (eerste generatie-)milieuproblemen 90 5.3. Globale milieuproblemen 92 6. Belangenvermenging en ecologische terugslag 94 6.1. Vervuiling milieudebat? 94 6.2. Sound Science 96 Hoofdstuk 3 Biofysische grenzen aan de groei 99 1. Inleiding 99 2. De Club van Rome 100 3. Thermodynamische grenzen 101 3.1. De relevantie van de hoofdwetten van de thermodynamica 101 3.2. Een fysische limiet aan de efficiëntie 102 3.3. Beschikbare energie en dissipatieve systemen 103 4. Het analysekader van de ecologische economie 106 4.1. Historische wortels van de ecologische economie 106 4.2. Natuur en het neoklassieke economische model 108 4.3. Sources en sinks 110 4.4. De ‘volle wereld’ versus de ‘lege wereld’ 112 5. Eindigheid in de praktijk 114 5.1. Hernieuwbare grondstoffen en energievormen 115 5.2. Fossiele brandstoffen 116 5.3. Mineralen en ertsen 119 5.4. Water 120 5.5. Afvalopnamecapaciteit 125 6. Kritische drempelwaarden 130 6.1. Kritische drempelwaarden en het klimaat 130 6.2. Menselijke dominantie en biodiversiteit 132 7. Implicaties voor de economische theorie 134 7.1. De (neoklassieke) milieueconomie 134 7.2. De ecologische economie 140 Hoofdstuk 4 Duurzame ontwikkeling meervoudig bekeken 143 1. Inleiding 144 2. Duurzame ontwikkeling: de geschiedenis van het concept 144 2.1. De voorgeschiedenis 144 VI 2.2. Our Common Future (1987) 147 2.3. Van Rio (1992) naar Johannesburg (2002) 149 3. De heropleving van het ontwikkelingsdiscours 151 3.1. De term ‘duurzame ontwikkeling’ 151 3.2. Ontwikkeling als groei 152 4. Oneconomische groei 154 4.1. BNP versus ISEW 154 4.2. De ISEW voor ‘ontwikkelde’ landen 158 4.3. De ISEW voor ‘zich ontwikkelende landen’ 160 5. Te weinig aandacht voor intragenerationele solidariteit 162 5.1. Luxeverlangens versus subsistentiebehoeften 163 5.2. Het strijdperspectief 165 6. Andere perspectieven ten aanzien van duurzame ontwikkeling 165 6.1. Het astronautenperspectief 166 6.2. Duurzame ontwikkeling en het thuisperspectief 169 6.3. Op zoek naar een synthese 171 Hoofdstuk 5 Ecologische duurzaamheid in tijden van globalisering 175 1. Inleiding 175 2. Zwakke versus sterke duurzaamheid 176 2.1. Zwakke duurzaamheid 177 2.2. Conceptuele tekortkomingen 178 2.3. Naar sterke duurzaamheid 181 3. Hoe sterke duurzaamheid uitdrukken? 182 3.1. Ecologisch draagvlak, milieugebruiksruimte en ecologische overshoot 183 3.2. Kwalitatieve indicatoren en principes 187 3.3. Op zoek naar kwantitatieve indicatoren 190 4. Onze ecologische voetafdruk 196 4.1. Bepaling van de ecologische voetafdruk 196 4.2. Kritieken 201 5. De resultaten van deze berekeningen 211 5.1. Een mondiale overshoot 211 5.2. Ongelijke voetafdrukken 215 6. Ecologische duurzaamheid en economische globalisering 224 6.1. Handel, groei en milieu 224 6.2. Comparatieve of absolute voordelen? 226 6.3. Ecologisch ongelijke ruil 230 7. Ecologische schuld 235 Deel II De wortels van de ecologische crisis doorheen de menselijke evolutie Schets van een groene wereldgeschiedenis 247 Hoofdstuk 6 De Grote Sprong Voorwaarts 261 1. Inleiding 261 2. De mens als ‘derde chimpansee’ 263 3. Antropogenese: van Australopithecus naar Homo sapiens 267 Inhoudstafel VII 4. Filosofisch intermezzo: wat is de homo sapiens ? 276 4.1. De mens tussen ‘eerste’ en ‘tweede’ natuur 276 4.2. De Grote Sprong Voorwaarts: taal en cultuur 279 5. De ecologische impact van jager-verzamelaars 284 5.1. Een verdrongen bestaanswijze 284 5.2. Energetische basis, matigheid en mobiliteit 286 5.3. Een prehistorische ‘ overkill ’? 292 6. Van egalitarisme naar hiërarchie 296 7. Het natuurbeeld: een sacrale wereld 300 8. Culturele ecologie van de jager-verzamelaar 304 8.1. ‘Oorspronkelijke’ natuur 304 8.2. Culturele ecologie 306 9. Teloorgang van het jager- en verzamelaarsbestaan 309 Hoofdstuk 7 De agrarische maatschappij 315 1. Inleiding 315 2. Energetische basis 317 2.1. Mechanische energie 318 2.2. Calorische energie 321 2.3. Kenmerken van een traditionele agrarische maatschappij 322 3. De agrarische economie 324 3.1. Overgang naar de landbouw 324 3.2. Ontwikkeling van de landbouw 325 3.3. Het stationaire karakter: het voorbeeld van de Europese fedoaliteit 328 3.4. Landbouw en de stedelijke revolutie: het voorbeeld van Sumer 332 4. Macroparasitisme: sociale hiërarchie en uitbuiting 337 4.1. Mannelijke dominantie 338 4.2. De macht van de priesters 340 4.3. De macht van de krijgers 342 4.4. Macroparasitisme en ecologische teloorgang 345 5. Het natuurbeeld: kosmocentrisme en theocentrisme 347 5.1. Over de impact van scheppingsverhalen en mythen 347 5.2. De invloed van het Griekse denken 350 5.3. De invloed van het christelijke denken 353 6. Demografische verschuivingen 356 6.1. De noodzaak van culturele populatieremmers 356 6.2. De gesels van hongersnood en geweld 359 6.3. De destructieve Zwarte Dood 361 7. Culturele ecologie: het agrarische cultuurlandschap 364 7.1. Landbouw en ontbossing 364 7.2. Gediversifieerde volkscultuur en het agrarische cultuurlandschap 366 7.3. Elitecultuur en de landelijke stad 368 8. De agonie van het agrarische systeem 371 Hoofdstuk 8 Het tijdperk van de industrieel-kapitalistische maatschappij 375 1. Inleiding 375 2. De energetische basis 376 2.1. Fossiele energiebronnen 376 VIII 2.2. Groei van het energetisch metabolisme 379 3. De kapitalistische economie 382 3.1. Materiële voedingsbodem 383 3.2. De culturele voedingsbodem 390 3.3. Typering van het kapitalisme 396 4. Macroparasitisme 405 4.1. Oorsprong van de Europese staat 405 4.2. De elitaire vertekening van de democratische traditie 408 4.3. Staat en kapitaal: een Siamese tweeling? 411 5. Het natuurbeeld: het machinemodel 413 5.1. De verheffing van de ingenieur 413 5.2. Het rationalisme van Descartes 415 5.3. Het moderne natuurbeeld in kosmologie en biologie 418 6. Demografie: bevolkingsexplosie 422 6.1. De demografische transitie 422 6.2. Malthus’ voorspelling 425 6.3. Had Malthus toch gelijk? 428 7. Culturele ecologie: triomf van het totale landschap 433 7.1. Homogenisering van de culturele ruimte 433 7.2. Het gesegregeerde landschap 435 7.3. Het totale landschap 437 Deel III Uitwegen uit de ecologische crisis Macropolitieke en micropolitieke strategieën 447 Hoofdstuk 9 Pleidooi voor een ecologische economie 451 1. Inleiding 451 2. Naar een ecologisch duurzame economie 452 2.1. Een stationaire economie 454 2.2. Dematerialisering 455 3. Schaal, verdeling en allocatie 463 3.1. Wat de markt niet of slecht doet 463 3.2. Een duurzame schaal 464 3.3. Een rechtvaardige verdeling 473 3.4. Optimale allocatie 477 4. Andersglobalistische voorstellen 485 4.1. Economische deglobalisering 485 4.2. Een alternatieve global governance 488 5. De ontsluiting van het kapitalisme 492 5.1. De terugdringing van het winstprincipe 493 5.2. Démurrage 495 6. Conclusie 499 Hoofdstuk 10 Pleidooi voor een andere technologie 501 1. Inleiding 502 2. Technologie is niet neutraal 503 Inhoudstafel IX 3. Het moderne wetenschapsbeeld 505 3.1. Kennis is macht 506 3.2. De machtslogica van de wetenschap 509 4. De industriële techniek en de opkomst van het WTK-bestel 510 4.1. Van polytechniek naar monotechniek 510 4.2. Industrialisme als dominante productiewijze 511 4.3. Kostenafwenteling 512 5. Opkomst van een postmodern, holistisch wetenschapsbeeld 513 5.1. Een andere technologie vereist een andere wetenschap 513 5.2. De genesis van de ‘postmoderne wetenschap’ 515 6. Het moderne WTK-bestel toch nog dominant 523 6.1. Commerciële evoluties in de genetica 524 6.2. Het doodlopende spoor van de kernenergie 542 7. Een andere technologie is mogelijk 546 7.1. Filosofisch intermezzo 546 7.2. Criteria en principes voor een andere technologie 548 7.3. Duurzame landbouw en schone energiebronnen 554 7.4. Tot slot 565 Hoofdstuk 11 Pleidooi voor een ethiek van verbondenheid 567 1. Inleiding 568 2. Wat is er met de mens gebeurd? 570 2.1. Spirituele verarming 570 2.2. Het tijdperk van de rusteloze Homo economicus 571 3. Dit is geen eindpunt 574 3.1. Vluchten kan niet meer 574 3.2. Actieve hoop 575 4. Waar willen we naartoe? 576 4.1. Naar een foutvriendelijke utopie 577 4.2. Weg met de Homo economicus 578 4.3. Naar een ethiek van verbondenheid 579 4.4. Pleidooi voor maatschappelijke onthaasting 584 5. Een archipel van experimenten 588 Bibliografie 597 Afkortingen 629 Verklarende woordenlijst 631 Personenindex 639 Zakenindex 643 X Lijst figuren, kaders en tabellen Lijst figuren Figuur 1.1 Evolutie van CO 2 , temperatuur, CH 4 , δ 18 O en bezonning tijdens de laatste 420.000 jaar (Vostok, Antarctica) 15 Figuur 1.2 De koolstofcyclus schematisch voorgesteld 18 Figuur 1.3 Evolutie van CO 2 tijdens de laatste 420.000 jaar (Vostok, Antarctica) 19 Figuur 1.4 Schematisch overzicht van de historische bijdrage aan de globale opwarming (1900-1999) 22 Figuur 1.5 Temperatuurevolutie (1000-2000) volgens Mann & Jones (1998) 23 Figuur 1.6 Inertie in het klimaatsysteem 24 Figuur 1.7 Evolutie van ijskappen in Antarctica 25 Figuur 1.8 Projecties temperatuurtoename onder verschillende emissiescenario’s en klimaatgevoeligheden 28 Figuur 1.9 Illustratie terugkoppelingsmechanisme 33 Figuur 1.10 Symmetrische Bifurcatie 34 Figuur 1.11 Thermohaliene circulatie in de oceanen 35 Figuur 1.12 Abrupte klimaatwijzigingen tijdens de laatste ijstijd 38 Figuur 1.13 Stabiliteit en niet-lineariteit van de Noord-Atlantische thermohaliene circulatie 39 Figuur 1.14 Stabiliteit en instabiliteit van de glaciale toestand tijdens het Eoceen en het Oligoceen 43 Figuur 2.1 Historische emissies van CO 2 en SO2 (1850-2000) en de projecties tot 2100 76 Figuur 2.2 Klimaatgevoeligheid ( ∆ T 2xCO 2 ) als functie van de sterkte van het koelingseffect van aërosolen 76 Figuur 2.3 Gemodelleerde (A) temperatuurwijziging en (B) CO 2 -toename tegen 2100 77 Figuur 2.4 De invloed van menselijke activiteiten op de mondiale ecosysteemwijzigingen 84 Figuur 2.5 Meervoudige evenwichtstoestanden in dynamische ecosystemen 85 Figuur 2.6 Vier soorten relaties tussen milieuproblemen en inkomensgroei 88 Figuur 2.7 Vergelijking Ecologische voetafdruk voor 52 landen (1993) versus BNP per capita 94 Figuur 3.1 Het preanalytische uitgangspunt van de neoklassieke economie 109 Figuur 3.2 Het preanalytische uitgangspunt van de ecologische economie 110 Figuur 4.1 Vergelijking BNP en ISEW 159 Figuur 5.1 Relatie tussen ecologisch draagvlak, milieuconsumptie en ecologische overshoot 186 Figuur 5.2 Overzicht verschillende componenten HANPP 192 Figuur 5.3 Vergelijking mondiale ecologische voetafdruk en beschikbare biocapaciteit 213 Figuur 5.4 Evolutie gemiddelde ecologische voetafdruk (gha per capita) (1960-2001) 214 Figuur 5.5 Evolutie van de LPI ( Living Planet Index ) (1970-2000) 214 Figuur 5.6 Vergelijking ecologische voetafdruk (EVA), Nationaal beschikbare Biocapaciteit (BC) en het Eerlijke Aarde-Aandeel (EAA) 218 XI Figuur 5.7 Vergelijking totaal ecologisch deficit/surplus (gha) ten opzichte van de nationaal beschikbare biocapaciteit 219 Figuur 5.8 Vergelijking totaal ecologisch deficit/surplus (gha) ten opzichte van het Eerlijke Aarde-Aandeel 220 Figuur 6.1 Homo floresiensis in de context van de evolutie van het genus Homo 269 Figuur 6.2 Het gebied waar de Neanderthaler actief was 271 Figuur 6.3 Overzicht van de Pleistocene overkill en de relatie tot klimaatwijzigingen 293 Figuur 8.1 Evolutie van (A) het mondiale primaire energieverbruik en (B) het socio-economisch energetische metabolisme 381 Figuur 8.2 Evolutie van het mondiale socio-economisch energetisch metabolisme 382 Figuur 8.3 VN-projecties bevolkingsgroei voor diverse scenario’s 430 Figuur 8.4 Evolutie van de verstedelijking tussen 1800 en 2030 438 Figuur 9.1 Totaal materiaalgebruik (TMR) en economische groei (BNP) in geselecteerde landen 458 Figuur 9.2 Contractie en convergentie 484 Lijst kaders Kader 1.1 De koolstofcyclus 17 Kader 1.2 De stijging van de zeespiegel 24 Kader 1.3 Abrupte klimaatwijzigingen 33 Kader 2.1 Het Hockeystickdebat 66 Kader 2.2 Klimaatgevoeligheid 69 Kader 2.3 Gevaarlijke antropogene interferentie en de 2°C-grens 78 Kader 2.4 Het biodiversiteit-stabiliteit debat 86 Kader 2.5 Verschillende vormen van milieuschade: vervuiling, uitputting en aantasting 90 Kader 3.1 Het Millennium Ecosystem Assessment rapport 112 Kader 4.1 Dialogische democratie 173 Kader 5.1 De berekening van de ecologische voetafdruk (EVA) 198 Kader 5.2 Bereken en verminder je eigen ecologische voetafdruk 210 Kader 5.3 Ecologisch ongelijke ruil: het voorbeeld van de nijlbaars 235 Kader 5.4 Een case-study : ecologische schuld en landbouw 236 Kader 8.1 De recontextualisering van Descartes’ kennisideaal 417 Kader 9.1 De toekomst van Kyoto en het principe van Contraction & Convergence 482 Kader 10.1 Hernieuwbare energiebronnen 562 Kader 10.2 De twaalf principes van de Groene Chemie 564 XII Lijst tabellen Tabel 1.1 Vergelijking historische en actuele koolstofuitstoot van de 20 landen/regio’s met de grootste historische koolstofuitstoot 21 Tabel 3.1 Overzicht belangrijkste sources en sinks 114 Tabel 3.2 Vergelijking jaarlijkse energieconsumptie en koolstofdioxide- emissies voor enkele geselecteerde landen 117 Tabel 3.3 Vergelijking waterconsumptie en landgebruik per voedseltype 125 Tabel 4.1 Diverse vormen van milieuresponsen 146 Tabel 5.1 Diverse benaderingen voor ‘economische welvaart’, ‘menselijke welvaart’ en ‘duurzaamheid’ 183 Tabel 5.2 Equivalentiefactoren 198 Tabel 5.3 Vergelijking nationale ecologische voetafdrukken (EVA) met het ‘Eerlijke Aarde-Aandeel’ (EAA) en de Nationaal beschikbare biocapaciteit (2001) (Bc nationaal ) 216 Tabel 5.4 Wijziging Zuid-Noord stromen en prijzen van niet-hernieuwbare grondstoffen tussen 1971-76 en 1991-96 232 Tabel A.1 Opdeling landen op basis van de relatie tussen het ecologisch deficit (surplus), het ecologisch handelsdeficit (surplus) en de nationaal beschikbare biocapaciteit van het bestudeerde land 245 Tabel 6.1 Verschil tussen jager-verzamelaar-, landbouw- en industriële samenlevingen 287 Tabel 6.2 Voorbeelden van gedomesticeerde dier- en plantensoorten per gebied 312 Tabel 7.1 Overzicht van dodelijke infectieziekten en hun relatie met de domesticatie van dieren 362 Tabel 10.1 Vergelijking accenten tussen het moderne en het postmoderne wetenschappelijke wereldbeeld 517 Tabel 10.2 Huidige gemiddelde directe kost (in Europa) van de verschillende energiebronnen (1/100 van een € per kWh) 562 Inhoudstafel XIII Woord vooraf • Ondanks alle goedbedoelde initiatieven om ‘duurzame ontwikkeling’ na te streven, gaat het gestaag bergaf met de gezondheid van planeet Aarde. Het Noorden heeft de wereld meegezogen in een uiterst verleidelijk maar onduurzaam ontwikkelingsmodel. In een eindige wereld is het milieubeslag van de mondiale consumptieklasse onmogelijk te veralge- menen naar alle mensen op aarde: de ecologische crisis en het mondia- le rechtvaardigheidsvraagstuk zijn als een Siamese tweeling met elkaar verbonden. Anno 2006 staat het Ecosysteem Aarde voor een kritische kruispuntsituatie. De onzekerheid omtrent de toekomst is groot. We begeven ons op Terra Incognita . Er bestaat een groeiende consensus die stelt dat de keuzes die we vandaag maken een ongemeen grote invloed zullen hebben op de richting van de te verwachten wijzigingen. De beslis- singen die we vandaag moeten maken, zijn van de meest complexe die de mensheid ooit heeft moeten nemen. De grote uitdaging voor de hui- dige generaties ligt in de ontwikkeling van een visie op het leven en de economie die zowel sociaal rechtvaardig als ecologisch duurzaam is. In het eerste boekdeel gaan wij gedetailleerd in op de realiteit van het complexe (sociaal-) ecologische vraagstuk. Het is bewust onze bedoeling geweest om dit deel zo objectief-wetenschappelijk mogelijk te houden. Het zal de lezer daarbij opvallen dat het merendeel van de informatie- bronnen voor deze vijf hoofdstukken afkomstig is uit de wetenschappe- lijke vakliteratuur. Tijdschriften als Nature , Science en Ecological Economics zijn nadrukkelijk aanwezig in onze milieuwetenschappelijke en econo- mische beschrijving van het ecologische vraagstuk. Het was niet zo zeer onze bedoeling om ‘nieuwe wetenschappelijke data’ te brengen, dan wel de uitgebreide en voor velen ontoegankelijke (primaire) literatuur te synthetiseren in een origineel kader dat wetenschappelijke ecologie en ecologische economie verenigt. Zoals de lezer zal opmerken, is één XV van de rode draden doorheen dit boekdeel het mondiale klimaatvraag- stuk, juist omdat dit complexe gegeven exemplarisch is voor de realiteit van de hedendaagse (sociaal-)ecologische crisis. De centrale gedachte die wordt ontwikkeld in Deel II gaat uit van het gegeven dat de wortels van de (sociaal-)ecologische crisis uiterst divers en complex zijn. Simplistische verklaringsschema’s voor de hedendaag- se impasse zijn dan ook uit den boze. Vanuit een interdisciplinair per- spectief beschrijven we in drie hoofdstukken de evolutie van de interac- tie tussen mens en natuur voor de menselijke levenswijzen die elkaar in onomkeerbare zin zijn opgevolgd: de jager-verzamelaarmaatschappij, de agrarische samenleving en de moderne, industriële maatschappij. Deel II put zowel uit de milieuwetenschappelijke vakliteratuur als uit synthe- sewerken omtrent ecologische geschiedenis. Voor zover ons bekend, biedt dit deel van het boek het eerste Nederlandstalige synthesewerk van een groene wereldgeschiedenis. Naast de wetenschappelijke invalshoek, komt bij dit deel ook een flinke brok milieufilosofie aan bod. Hoewel Deel II op zich kan worden gelezen, raden wij het de lezer aan om Deel II pas na Deel I te verwerken. En dit omdat het ontwikkelde milieu- wetenschappelijke begrippenapparaat van het eerste Deel handig van pas komt voor het beter begrijpen van Deel II. Daar waar Deel I en Deel II vooral een analyse maken van de evolutie naar de hedendaagse (sociaal-)ecologische crisis, trachten we in het derde en laatste Deel van het boek enkele aanzetten te geven tot uitwe- gen . Op macropolitiek vlak houden we eerst een pleidooi voor een ‘bio- fysisch stationaire’, ecologische economie; nadien komt de rol aan bod die technologie in een andere, meer sociaal-rechtvaardige en ecologisch duurzame samenleving kan vervullen. Hoe onontbeerlijk een andere economie en een foutvriendelijke technologie ook zijn, toch zullen zij in gebreke blijven als er niet tegelijkertijd verschuivingen optreden op het vlak van de subjectieve voorwaarden daarvoor, namelijk in de hoofden en harten van de mensen. In het afsluitende hoofdstuk van dit boek wij- zen wij daarom op het belang van het ontwikkelen van een ethiek van verbondenheid. Van alle hoofdstukken in dit boek is dit laatste wellicht het meest subjectieve. Om de wetenschappelijkheid van het werk zo groot mogelijk te houden, hebben wij ervoor geopteerd om citaten in hun oorspronkelijke taal te behouden. Veel aandacht werd besteed aan de ontwikkeling van één XVI grote bibliografie achteraan in het boek. In de tekst wordt gerefereerd met behulp van de naam van de auteur(s), het jaartal van het versche- nen werk en, daar waar mogelijk, de relevante bladzijde(s) uit die publi- catie. De noten staan gegroepeerd per (na elk) boekdeel. In de tekst zijn op sommige plaatsen ook kaderteksten opgenomen. In een aantal gevallen betreft het tekstdelen die iets moeilijker en/of technischer zijn voor de leek in het desbetreffende vakgebied; de stukken werden even- wel behouden omdat zij aan de ‘specialisten’ een toegevoegde waarde kunnen bieden. Achteraan in het boek werd ook een uitgebreide verkla- rende woordenlijst toegevoegd. Deze behelst een selectie van enkele sleutelbegrippen in de milieuwetenschap, de ecologische economie en de ecologische geschiedenis. Omdat de tekst door een stringente wetenschappelijke reviewprocedu- re (Ginkgo) moest geraken, is de benodigde tijd voor de afwerking van het boek langer uitgevallen dan aanvankelijk gedacht. Aan de voltooiing van dit boek is uiteindelijk twee jaar en zes maanden literatuuronder- zoek, denkwerk, discussie en revisiewerk voorafgegaan. Alleszins wensen wij de zes anonieme referenten te bedanken voor hun kritieken en raad- gevingen doorheen de verschillende reviewrondes. Hun opmerkingen hebben de kwaliteit van het afgeleverde werk gevoelig verbeterd. Alle resterende onjuistheden en onvolledigheden blijven de verantwoorde- lijkheid van de auteurs. Gedurende de twee én een half jaar dat wij aan dit boek hebben gewerkt, hebben wij de kans gekregen om met een heel scala aan men- sen te praten en te discussiëren. Bij deze wensen iedereen die op één of andere manier heeft bijgedragen aan dit project, te bedanken. Bijzondere aandacht gaat uit naar Jef Peeters en Jeanneke van de Ven van Aardewerk. Een aanzienlijk deel van het materiaal voor dit boek werd gebruikt in de geslaagde vormingscyclus (‘Groene Filosofie en Politiek: ‘Stapstenen naar een andere toekomst’) die Aardewerk pro- grammeert in Leuven (2005-2006) en vanaf 2006 ook in Gent. Verder gaat onze dank uit naar Jef Peeters, Robert Crivit en Diederik Vandendriesche van de Oikos -redactie die ons de kans boden om een milieuwetenschappelijke rubriek op te starten. De ‘ Terra Incognita ’-reeks van Peter Tom Jones leverde dan ook een schat aan materiaal voor Deel I van dit boek. Daarnaast wensen we ook de wetenschappelijke raad van Attac Vlaanderen te bedanken voor de interesse in ons werk dat uitein- delijk zal leiden tot de publicatie van een discussiecahier rond ‘ecologi- Woord vooraf XVII sche economie’. Daarbij kregen we interessante aanvullingen en opmer- kingen toegespeeld van Francine Mestrum, Servaas Storm, Patrick Cohen, Jenny Walry, Jan Juffermans en Piet Saey. Bart Martens was altijd even enthousiast in zijn toezegging om de inlei- ding van dit boek te schrijven. Alma De Walsche, Louis De Bruyn en Koo Van der Wal hebben op onschatbare wijze bijgedragen aan het laatste, ‘spiritueel-culturele’ Hoofdstuk. Hetzelfde geldt voor Jef Peeters inzake het technologische hoofdstuk. Op milieuwetenschappelijk vlak zijn wij grote dank verschuldigd aan Bart Naessens die in veel gevallen optrad als (weliswaar niet-anonieme) peer reviewer . Daarnaast wensen wij ook nog Ward Bosmans, Anneleen Decoene, Vicky De Meyere, David Dessers, Jan Dumolyn, Elke en Eric Heirbaut, Gijs en Hanne Jacobs, Roy Jones, Jeroen Lavrysen, Johny Lenaerts, Herman Michiel, Veva Nijs, Erik Paredis, Gie Swinnen, Rolando Tuazon, Raf Reyskens, Pol Van Camp, Monique Vandevijver, Stijn Vanhandzaeme en Erwin Van Uffel, te bedanken voor hun opmerkingen, raadgevingen, geestelijke en/of morele ondersteuning. Veerle Breemeersch en Jeroen Lavrysen waren bereid om het manuscript op grammaticaal vlak bij te schaven. Bijzondere aandacht gaat ook uit naar Peter Laroy en Geert Van den Bossche van Academia Press die wij uitdrukkelijk wensen te bedanken voor het vertrouwen en de vrijheid die zij ons gedurende de laatste jaren heb- ben geboden. Ook de correcte manier waarop door Academia Press werd omgegaan met de Ginkgo-reviewprocedure stemde ons zeer tevreden. We begonnen dit boek te schrijven vanuit het besef dat onze huidige maatschappij de grenzen van de groei overschreden heeft. Het doem- denken loert dan om de hoek. In de loop van het schrijfproces werd het ons echter duidelijk dat elke maatschappelijke kruispuntsituatie tevens een massa inspirerende alternatieven voortbrengt die het heden én de toekomst terug aantrekkelijker maken. We beschouwen onze (lange) denkoefening als geslaagd indien de lezer op dezelfde manier zal wor- den aangestoken door deze signalen van hoop. Peter Tom Jones & Roger Jacobs Februari 2006 XVIII Inleiding • “Waardevrije wetenschap is waardeloze wetenschap”. Met deze uitspraak verantwoordde Professor Hans Bruyninckx zijn nieuwe taak als voorzit- ter van de Vlaamse milieukoepel Bond Beter Leefmilieu. Wetenschap en maatschappelijk of politiek engagement zijn inderdaad niet onverenig- baar. Zeker rond maatschappelijke fenomenen zoals globalisering, die tot heel wat uitwassen leiden en het (vreedzaam) voortbestaan van de mens zelf in gevaar brengen, moeten wetenschappers, politici en maat- schappelijke organisaties de handen in elkaar slaan. In de eerste plaats om de fenomenen, de drijvende krachten en de geschreven en onge- schreven wetten erachter te analyseren en maatschappelijk te “decode- ren”. Maar ook om voorstellen uit te werken die de systeemfouten kun- nen herstellen of die tot werkbare alternatieven kunnen leiden. Kruisbestuiving tussen al deze actoren op een zo groot mogelijke schaal moet voorkomen dat maatschappelijke contestatie en politiek handelen gedomineerd worden door groepen die het eigenbelang voor het alge- meen belang plaatsen, bepaalde privileges gaan verdedigen of een “hang naar het verleden” bepleiten. De kruisbestuiving moet ook vermij- den dat wetenschappers zich gaan opsluiten in de cocon van de eigen discipline en zich bezondigen aan wereldvreemde navelstaarderij in een virtuele werkelijkheid met eigen codetaal, studieobjecten en -methoden. Dit boek ademt maatschappelijke bewogenheid uit. Het is een weten- schappelijk werk, maar één dat het academisch hokjesdenken weet te overstijgen. Geïnspireerd door de methode van Immanuel Wallersteins wereldsysteemanalyse, wordt de wisselwerking tussen ons huidig maat- schappelijk-economisch bestel en de wereldwijde ecologische degrada- tie en sociale onrechtvaardigheid uit de doeken gedaan en worden uit- wegen gezocht. Daarvoor wordt uit het vaatje van verschillende weten- schappelijke disciplines getapt, gaande van door de chaos- en complexi- XIX