Johan kwam niet lang s de grote poort binnen, maar via de Universi taire Parochie, waar hij op kot ging. Een veilige haven die zijn vader voor hem uitgekozen had. Daar leerde hij Karel Van Thillo kennen, de studentenpastor. ‘Karel Van Thillo, dat mag ik wel zeggen, heeft een belangrijke rol ge speeld in die twee jaar dat ik aan de Ufsia studeerde. Hij was bijzon der intelligent, dacht altijd vooruit, was heel clever in zijn analyses. Hij had zijn eigen overtuiging, die soms lijnrecht inging tegen het in stituut Kerk. Over homoseksualiteit bijvoorbeeld, Van Thillo begreep toen al het standpunt van de Kerk echt niet. Ik ben daar zeer goed opgevangen, zeer warm onthaald.