Over multifaith-ruimtes In mei 2021 werd in Berlijn de eerste steen gelegd van een uniek project. Op een site in het oudste deel van de stad stond in de 13e eeuw de oude Petrikirche. Deze werd tijdens de tweede wereldoorlog verwoest en uiteindelijk onder het communisme definitief afgebroken. Op dit moment verrijst hier een totaal nieuw project: het House of One, een gebouw dat een moskee, synagoge en Kerk verenigt. In een poging om het gebouw te beschrijven, wordt soms gesproken over 'Churmosquagogue' of 'synmoskerk', maar dat zijn termen die waarschijnlijk geen lang leven zijn beschoren. Wat wel overblijft, is dat dit gebouw uniek is in de wereld. Ook in aanbouw op dit moment – maar dan in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten – is het zogenaamde Abrahamic Family House. In dit geval gaat het om drie afzonderlijke gebouwen op één gemeenschappelijke site, waar de drie zogenaamde godsdiensten van Abraham samenkomen (ook wel gekend als de religies van het boek). Ook het Abrahamic Family House wil expliciet een interfaith- of mulitfaith-plaats genoemd worden. Centraal staat de gedachte dat de drie grote monotheïstische tradities verwijzen naar één onnoembare God. Het zijn drie eigen, heel specifieke wegen om iets van dat goddelijke, dat in iedere mens zit en heel de schepping draagt, op het spoor te komen. In zeker zin ligt het inrichten van de narthex in het verlengde van deze initiatieven. Multifaith als architecturaal gegeven betekent een plaats voorzien waar deze tradities volledig en onbeperkt zichzelf kunnen zijn, maar ook dat ze even samen dezelfde coördinaten in ruimte en tijd kunnen innemen. Er ontstaat communicatie, respect en de mogelijkheid om uit elkaars tradities iets te leren van het mysterie van mens te zijn. Zo is een multifaith-ruimte eigenlijk een architecturale concretisering, een fysieke vorm in steen en mortel, van wat wij aan de Universiteit Antwerpen al lang kennen als idee: het actief pluralisme. Syncretisme Kritiek op dit soort projecten komt uit vele hoeken. Voor wat betreft het House of One zou het argument kunnen zijn dat het hier eigenlijk over een nieuw soort tempel gaat voor een nieuwe religie. Niet zozeer de drie tradities worden hier gevierd, maar het idee waarnaar ze alle drie verwijzen. Dat idee, dat alle religies op hetzelfde neerkomen, als een bol chocolade of vanille in hetzelfde ijsje, wordt syncretisme genoemd. 1 Nu heel wat mensen in onze samenleving niet langer een specifieke traditie belijden, is dit buitenperspectief relatief dominant aan het worden. Tegelijk wordt dit voor mensen die zich wel nog gelovig noemen als bedreigend ervaren. Dat is in die zin geen onzinnige gedachte. Als iedereen het buitenperspectief inneemt, zijn er geen gelovigen meer en is er dus ook geen religie. Tenzij dus – zoals gezegd – de mengeling van tradities de nieuwe traditie wordt. En dan gaat het zelfs niet om het resultaat van deze vermenging, maar enkel maar om het idee hiervan. Het is niet onlogisch dat dit voor mensen die wel een traditie belijden als bedreigend wordt gezien, maar anderzijds kan je argumenteren dat wie levensbeschouwelijk echt sterk in de schoenen staat hier eigenlijk geen last van zou moeten hebben. Wie echt geraakt werd door de bevrijdende kracht van het religieuze wordt doorgaans niet verontrust door dit soort redeneringen. Actief pluralisme House of One en Abrahamic Family House hebben een groot voorbeeld gehad en dat is het Forum Romanum in het hart van het Romeinse Rijk. De Romeinen hadden reeds lang de gewoonte om hun eigen Romeinse pantheon op dat van overwonnen heidense volkeren te leggen. Het bekendste voorbeeld hiervan is de fusie van de Romeinse en Griekse goden (Zeus – Jupiter, Ares – Mars, Venus – Aphrodite). Later kreeg elke religie het recht om zich in Rome en doorheen het hele Romeinse rijk te vestigen. Daar was maar één kleine voorwaarde aan verbonden: de keizer moest erkend worden als godheid. Als dat detail van de baan was, konden deze religies vrij aan de slag gaan. Het forum Romanum is dus een vroeg voorbeeld van multifaith, maar wel één waarvan de angel uit de godsdienst is gehaald. Eerst moest de religie aantonen dat het op geen enkele manier een bedreiging kon vormen voor de absolute wereldlijke macht. Het enige wat religies in het Romeinse Rijk dus moesten doen om volledig vrij hun ding te doen, was hun essentie verloochenen. Het aanstootgevende van het christendom, de bron van eeuwenlange christenvervolging, was net die weigering om voor een wereldse macht te knielen. Gek moeten ze in het Romeinse Rijk geworden zijn van die koppige christenen. Het duidt alvast op een inherente contradictie in het actief pluralisme. Er wordt letterlijk plaats gemaakt voor gelovigen, maar tegelijk is de verwachting dat het geloof dat ze meebrengen en willen belijden niet fundamenteel verschilt van het project waar de instelling voor staat. Het kan als het geen angel heeft, als het niet weerbarstig is. Tegelijk zullen ook gelovigen binnen het actief pluralisme – zeker als ze een wat conflictvermijdend karakter hebben – soms schroom hebben om uit te spreken wat hen ten diepste ter 2 harte gaat. Maar dat mag geen sclerose worden, een uitslijten omwille van een onuitgesproken verwachting. Over deze multifaith-ruimte Het kamertje vooraan de Ignatiuskapel werd geconcipieerd als biechtlokaal. In de decennia die volgden, verviel dit kamertje tot opslagplaats. In 2021 werd uiteindelijk beslist om hier een volwaardige narthex van te maken waar iedere student en ieder personeelslid van de UAntwerpen vrij gebruik van kan maken. Uit het bovenstaande moet al duidelijk zijn geworden dat we een aanbod willen doen naar studenten en collega’s die minder of geen religieuze taal beheersen. Wie niet vertrouwd is met kerk of kapel heeft een liminaal beeld van wat er daar gebeurt. Men ziet het als een plaats waar de officiële religie thuis is en die eigen vaste gewoontes en tradities heeft. Wat wij willen bereiken, is geen versterking van het liminale, maar het faciliteren van laterale vormen van religiositeit. Levensbeschouwelijke ideeën of handelingen die (soms maar ogenschijnlijk) ontsnappen aan traditionele vormen laten thuiskomen in deze ruimte. Strikt genomen is dit een dubbel project. Want ook het rek met kaarsjes dat we bij de ingang voor het Mariabeeld hebben gezet, ,is zo’n vorm van laterale religiositeit – iets wat vooral erg duidelijk wordt bij het massatoerisme in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Ik heb me laten vertellen dat een groot deel van de kaarsen aldaar door moslims worden gebrand. Ook in die kathedraal, in een oude kapel, werd een ontmoetingsplek ingericht met op de drankenkaart ook een eigen kathedraalbier: opnieuw laterale functies, waar dus ook de narthex een voorbeeld van is. Narthex De narthex, soms ook atrium of paradijs genoemd, is de voorhal of het portaal van een kerkgebouw. In de oud christelijke periode gebruikte men het woord atrium voor de voorhof van een basiliek. Deze onoverdekte voorhof was meestal aan alle kanten door zuilen omgeven. Later kreeg het een karakter van een portiek in het gebouw zelf. Men veronderstelt dat 'catechumenen' (doopleerlingen) en 'penitenten' (boetelingen) hier mochten staan wanneer ze om een of andere reden (nog) niet de kerk wilden of mochten binnengaan. Waar het atrium later verviel, ging de narthex als onderdeel van de ingang deel uitmaken van de kerk zelf en werd het meer een besloten ontmoetingsruimte. In de romaanse pelgrimskerken vormde de narthex vaak een afgescheiden voorkerk waar de pelgrims de wereldlijke onrust van zich af moesten laten glijden alvorens tot het heilige binnen te treden. De narthex was dus een soort van sluis tussen het seculiere en het sacrale. 3 De narthex wordt soms ook paradijs genoemd. Dat verwijst naar het portaal tussen Kerk en begraafplaats of naar een van haar functies als plaats waar, net voor de begrafenisliturgie, een laatste groet kan worden gebracht aan het lichaam van een overledene. In die zin is het een sluis tussen het sacrale en het eeuwige. Om die reden zijn afbeeldingen van Adam en Eva of de hof van Eden heel gebruikelijk. Concept voor de herinrichting De Stadscampus, Campus Drie Eiken en Campus Groenenborger beschikken elk over een stille ruimte. Het zijn getuigen van een wat ouder model van levensbeschouwelijke dienstverlening waarbij een plaats gemaakt wordt voor spiritualiteit waar niemand aanstoot aan kan nemen. In een stille ruimte is alle religieuze symboliek nadrukkelijk afwezig en wordt de bezoeker uitgenodigd om zich naar binnen te keren. Het voornaamste kenmerk van een stille ruimte is de afwezigheid van geluid, waardoor in theorie rust kan gevonden worden midden in de drukte van elke dag. Tegelijk kan een stille ruimte maar werken in de mate dat de bezoeker zelf taal en inhoud meebrengt. Het is een ruimte waarin het zelf beter kan weerklinken, kan resoneren en zo nieuwe onvermoede gedachten, ideeën en emoties op het spoor kunnen gekomen worden. Zonder inwendig leven is een stille ruimte echter niet meer dan dat: een ruimte waar het stil is. Net daarom worden onze stille ruimtes voornamelijk gebruikt als gebedsplaatsen voor onze moslimstudenten. Zij kennen taal en handelingen om een stille ruimte te vullen met betekenis die ze delen en beleven in een gemeenschap van medemoslims. Dat is, denk ik, een zeer goed gebruik van deze ruimtes. Het model van een stille ruimte botst redelijk snel op zijn beperkingen in een wereld waar veel mensen geen levensbeschouwelijke taal meer spreken. Daarom willen we met het inrichten van deze narthex een eigentijdse aanvulling bieden op dit concept; door een ruimte aan te bieden die zwanger is van betekenis en uitnodigt tot communicatie. Door de narthex op deze manier op te vatten, ontstaat een plaats waar traditionele vormen van religie (liminale religiositeit) en de eigen spiritualiteit van de bezoeker (laterale religiositeit) elkaar even kunnen overlappen. Daarbij is het van belang dat dit niet enkel een zuiver cerebraal proces is, maar dat de totale mens kan aangesproken worden, dus ook op spiritueel vlak door zich even van de eigen existentie bewust te worden, op emotioneel vlak door affectie (en eventueel weerstand) op te roepen en op lichamelijk vlak door symboolhandelingen mogelijk te maken. 4 Het centrale symbool dat deze narthex domineert, is de boom, maar het wordt aan de bezoeker overgelaten welke betekenissen dit symbool draagt en in welke mate men hierdoor kan worden geraakt of geïnspireerd. De boom als betekenisvol symbool heeft wel als duidelijk voordeel dat het zowel binnen als buiten bestaande religieuze tradities functioneert. Het aansteken van kaarsen is een mogelijke symboolhandeling en ontsluit de ruimte verder door de bezoeker uit te nodigen om deze met iets van zichzelf in te richten. De inrichting van deze narthex is er ook nadrukkelijk op gericht om de communicatie tussen bezoekers onderling en de communicatie met datgene waar het symbool naar verwijst zoveel mogelijk aan te moedigen. Bovendien is het belangrijk dat de ruimte aangenaam is om even in te verwijlen en mensen zich er thuis voelen. Het feit dat de banken naar elkaar gericht zijn, nodigt uit tot gesprek en bezoekers kunnen kaartjes met een boodschap hangen aan daartoe voorziene haken in de boom. Het gebruik van hout, kaarsen en veel kleur zorgt voor een warm en aangenaam gevoel voor wie in de ruimte vertoeft. De boom als universeel symbool in de vijf wereldreligies In elk van de grote wereldgodsdiensten spelen bomen een belangrijke rol, voornamelijk als behoeders van leven, dragende krachten in de kosmos of plaatsen van rust, veiligheid of verlichting. Een klein (en noodgedwongen onvolledig) overzicht: Jodendom In het centrum van de tuin van Eden staat volgens Genesis, het eerste boek van de Tenach, de levensboom (Hebreeuws: ;םייחה ץעEtz haChayim) die daar door God zelf geplant werd (samen met die andere meer bekende boom van de kennis van goed en kwaad). De vruchten van deze boom gaven eeuwig leven. Nadat Adam en Eva van de boom van de kennis van goed en kwaad hadden gegeten, werden zij verbannen uit de Hof van Eden, net om hen ervan te weerhouden om van de vruchten van de boom des levens te eten. De levensboom komt later als symbool vooral in het boek Spreuken terug: Wijsheid is een levensboom voor wie haar omhelst; Een rechtvaardig mens plant een levensboom; Een vriendelijk woord is een levensboom ... De enige fabel in de Tenach vertelt de lotgevallen van enkele bomen die op zoek gaan naar een nieuwe koning (fabel van Jotam (Rechters 9)). In de verschillende mystieke tradities van de Kabbala komt de levensboom vaak terug als een schematische weergave van het proces waarmee God het universum uit het niets heeft geschapen. 5 Christendom In het laatste hoofdstuk van het laatste boek van de bijbel, de Apocalyps of Openbaring van Johannes (Apk 21), wordt verteld over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. In dit utopische visioen daalt een nieuw Jeruzalem neer uit de hemel. In het midden van het plein van deze stad staat een levensboom waarvan de bladeren de mensen genezing brengen, zodat zij als koningen kunnen heersen tot in eeuwigheid. Dit visioen is als het ware een omkering (of voltooiing) van het paradijsverhaal en de verbanning van de mens uit de Hof van Eden. Christus zelf werd al heel vroeg in de christelijke traditie vereenzelvigd met de levensboom als bron van wijsheid en eeuwig leven. Vanaf de vroege middeleeuwen komen afbeeldingen die naar dit motief verwijzen heel frequent voor. Boeddhisme Volgens de overlevering vond Siddhartha Gautama verlichting terwijl hij al zittend aan het mediteren was onder een bodhiboom. Vanaf dan werd hij de Gautama Boeddha die mensen helpt om zelf ook verlichting te vinden. Daarom wordt de bodhiboom ('de boom der ontwaking') als heilig beschouwd en staat deze symbool voor het bereiken van verlichting of nibbana. Om die reden is er in veel boeddhistische tempels een heilige bodhiboom terug te vinden. De beroemdste bodhiboom bevindt zich ongeveer 100 kilometer ten zuiden van Patna in het plaatsje Bodhgaya, in de Indiase staat Bihar. Veel bomen in boeddhistische tempels stammen af van deze boom in Bodhgaya. Islam Volgens de overlevering zei de heilige Profeet (vrede zij met hem): “Als een moslim een boom plant, wordt alles wat ervan gegeten wordt tot zijn liefdadigheid gerekend. Wat ervan gestolen wordt, is liefdadigheid en wat er van onttrokken wordt, is liefdadigheid.” Het planten van een boom in de moslimtraditie in naam van een persoon of project groeide zo uit tot een belangrijk onderdeel van de sadaqa jariya, de voortdurende/lopende goede daad. Elders vertelt de Profeet over de boom uit de hemel (Sidratal muntaha) of de bomen van de hel (Zaqqum). In de Koran zelf worden de dadelpalm en olijfboom en heel wat andere bomen vaak vermeld. Verder leert een Arabische moslimlegende ons dat de dadelpalm gemaakt is van het stof dat overbleef na de schepping van Adam. 6 Hindoeïsme Krishna spreekt in de Bhagavad Gita (2de eeuw voor Christus) over de eeuwige Ashvatta, een boom met wortels in de lucht en takken onder de grond. Dit beeld nodigt mensen uit om hun opvattingen om te keren door hun wortels door te snijden met de sterke bijl van onthechting. Vrij van trots en ontgoocheling, vrij van verlangens en vrij van tegenstellingen zoals genot en pijn kunnen de zuiveren de eeuwigheid bereiken. In India bestaat er trouwens een ononderbroken traditie van boomverering vanaf de Indusbeschaving (ca. 3300-1800 voor Christus). Veel heilige bomen in India worden nog steeds voorzien van gezichtsmaskers en/of bekleding om hen als 'persoon' te identificeren. Enkele voorbeelden van boom als universeel symbool in andere tradities De boom is een bijzonder gul symbool. Het komt als symbool voor in zowat elke religie en spirituele traditie. Ook voor wie geen religieuze taal kan of wil spreken is het een element dat snel aan betekenis kan winnen. Het heeft daarom weinig zin om een exhaustieve inventaris te maken van alle mogelijke betekenislagen van dit symbool. Wel geven we graag enkele traditionele elementen mee ter inspiratie: Afrikaanse spiritualiteit In meer animistische tradities bestaat het idee dat bomen van zichzelf bezield zijn en daarmee een 'persoonlijkheid' bezitten ofwel een thuis zijn van voorouders of geesten. Bomen worden dan ook met respect, eerbied en soms vrees benaderd. Cultussen rondom boomgeesten zijn wereldwijd gedocumenteerd en vertonen grote variatie. Een beroemd voorbeeld is het Osun-Oshogbo-bos van het Yoruba-volk in Nigeria. Dit is de woonplaats van de vruchtbaarheidsgodin Osun en een bekend pelgrimsoord. Vooral in traditionele Afrikaanse religies keert vaak de baobab als symbool terug. Omdat de takken van deze boom op wortels lijken, wordt het vaak een omgekeerde boom genoemd. Zo verbindt deze boom de mens niet alleen met het bovenwereldse, maar ook met de grond van zijn voorouders. De mens kan overleven doordat de boom hem de dingen toont die verborgen liggen achter wat zichtbaar is. Noorse mythologie Yggdrasil is de wereldboom in de Noordse kosmogonie. De naam laat zich letterlijk vertalen als 'paard van Yggr', oftewel 'paard van Odin', en verwijst naar de felle levenskracht die hem draagt en overal heen voert. 7 Yggdrasil is levens- en kennisboom, het symbool van de eindeloos vertakte vorm van dat wat is. Tegelijk draagt en verbindt hij de negen werelden als wereldas ('axis mundi'). Hij reikt van de onderwereld dwars door de mensenwereld naar de wereld van goden en helden. Yggdrasil staat ook centraal in de mythe van de Ragnarök. Wanneer de levensboom begint te beven nadert het einde van de wereld. De enige twee menselijke overlevenden, Lif ('leven') en Lifthrasir ('levenslust'), kunnen ontkomen door zich in de takken van Yggdrasil te verbergen. Daarna begint de cyclus van het leven opnieuw. Yggdrasil in populaire media Een kleine uitweiding over Yggdrasil die eigenlijk geldt voor alle religies is dat populaire media beelden uit het geloof recupereren en hercontextualiseren. Een religie vraagt geloof. De houding tegenover fictie wordt doorgaans omschreven als een willing suspension of disbelief: een bereidwillige opschorting van het ongeloof. Doorgaans is de grens erg duidelijk, want moderne mensen zijn zeer goed in staat om een onderscheid te maken tussen realiteit en fictie en naadloos tussen de twee te schakelen. Mythica, een studentenvereniging waar alles draait om populaire fantasy en sciencefiction, leert ons dat de grens niet zo strikt mag getrokken worden. Het gemeenschapsaspect, de creatieve omgang met verhalen en symbolen, en het verlangen om de realiteit op een nieuwe – betekenisvolle – manier te verbinden, zijn zaken die in elke religie terugkomen. Of misschien is het wel omgekeerd en zijn religieuze symbolen zo krachtig dat ze ook buiten klassieke contexten doorwerken – wat overigens niet altijd onschuldig is. Maya’s De kosmologie van de Maya’s is vergelijkbaar met de Germaanse. De wereld is verdeeld in drie delen: een boven-, een midden- en een onderwereld. De onderwereld ('Xibalba') is het dodenrijk en de bovenwereld is de thuis van de meeste goden en de baan waarlangs de hemellichamen bewegen. Midden tussen deze twee werelden bevindt zich de aarde, de leefwereld van de mens. De mensenwereld is volgens de windrichtingen in vier stukken opgedeeld. Op de verste punten dragen vier Bacabs, mensachtige wezens, de hemel op hun schouders. Centraal staat de wereldboom. Deze levensboom groeit in de drie werelden: de wortels in de onderwereld, de stam in het midden van de mensenwereld en de takken reiken tot ver in de bovenwereld. Via deze boom kunnen de Maya’s contact leggen met de boven- en onderwereld. De Mayakoning werd vaak als wereldboom afgebeeld. 8 Seculier Een meiboom is een versierde paal of boom, vaak met een zonnewiel aan de top die wordt geplant op 1 mei (hoewel midzomernacht of Pinksteren ook vaak voorkomen). Het gebruik gaat vaak gepaard met enkele vaste rituelen of feesten. Net als bij de hedendaagse kerstboom verzamelt de gemeenschap of familie zich rond dit symbool en is iedereen vrij om hieraan deel te nemen. Deze bomen brengen structuur aan in het jaar en begeleiden zo ook mee de transitie tussen de seizoenen. Na de Franse Revolutie werden in elk dorp zogenaamde vrijheidsbomen geplant. Ze werden tijdens een ceremonie in het midden van een centraal plein geplant of geplaatst. Vervolgens werd er feestelijk omheen gedanst. Bovenaan de vrijheidsboom hing meestal een (doorgaans rood) vaandel. Soms werd ook een Frygische muts aan de paal gehangen als vrijheidssymbool. De vrijheidsbomen werden gedecoreerd met vlaggen, bloemen, linten, lichtjes en allerlei andere versierselen. Ze werden vereerd en dienden als een verzamelpunt en een soort altaar voor de revolutionaire beweging. Ze werden wettelijk beschermd. Tijdens de boerenkrijg waren deze bomen de eerste doelwitten van de anti- revolutionairen. Het mag intussen duidelijk zijn dat het leven van een boom vaak heel wat generaties overspant. Daarom worden ze van oudsher geassocieerd met dood en onsterfelijkheid. Naast een levend teken van herinnering worden bomen vaak gebruikt om verzoening, rechtspraak of geboorte te markeren. Gert Van Langendonck, pastor Universiteit Antwerpen, 27 oktober 2021 9
Enter the password to open this PDF file:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-