Profs 01 / 12 V O O R D E È C H T E B E L E G G E R Dossier Dividend Hype rond dividend blijft aan kracht winnen Het Nieuwe Beleggen Dwarse denkers brainstormen over beleggen anno 2012 Interview Vetrekkend DSI- directeur Dick Vis: “alleen met regels komen we er niet” Advies moet anders Karien van Gennip (ING), Pim Mol (Rabobank) en Dick van Ommeren (ABN Amro) over de toekomst van financieel advies. I E X P r o f s 0 1 / 1 2 3 INHOUD Profs 01/12 EN VERDER... 4 Trends Opvallende trends en transfers in de financiële sector. En de lancering van het eerste product op de IEX Fonds 40. 29 Spannend Europa Léon Cornelissen ECB houdt de bazooka en de dikke Bertha achter de hand. Spanje is klaar voor een sprong in het vangnet. 30. Slimme indices Dr. Hoe ETF-selectie met handige nieuwe tools, voor- en nadelen van een rentehedge en op zoek naar slimme indices. Dr. Hoe weet raad. 31. Underperformance, graag Marcel Tak Actieve fondsbeheerders worden gedwongen tot meer risico, waardoor beleggers kiezen voor de kleine underperformance van ETF’s. 35. Meer regels, minder nazorg Clayton Heijman Er is een stortvloed aan nieuwe regels, maar een schrijnend gebrek aan een evaluatie van het effect van het regelbombardement. 37. “Producten, verse producten!” Het productoverzicht met de beste beleggingsfondsen, ETF’s, hedgefunds en structured products die de markt te bieden heeft. 50. Catenaccio beleggers Short & Sticky Beleggers kiezen liever voor een ultradefensieve portefeuille die gegarandeerd klein verlies oplevert, dan voor verantwoord aandelenrisico. Een afscheidsinterview met afzwaaiend DSI-directeur Dick Vis, over het ingrijpende veranderings- proces dat de adviessector te wachten staat. Zelfs Apple keert nu dividend uit. Dat maakt de honger naar dividendaandelen alleen maar groter. Terecht? Dividend maakt 40 tot 70% van het aandelenrende- ment uit. Maar er zijn valkuilen. Hoe ziet de toekomst van het Nederlandse beleggingsadvies eruit? Wie kunnen die vraag beter beantwoorden dan de drie grootste marktpartijen zelf: ABN Amro, ING en de Rabobank. Bestaat er wel zoiets als risicovrij rendement? Moeten beleggers weer leren risico nemen? Vijf in- novatieve denkers brainstormen over de principes van Het Nieuwe Beleggen. 22 | Happy dividend 16 | “Met regeltjes komen we er niet” 10 | Het Nieuwe Beleggen 14 | Rondetafel: Bankentrio TRENDS I E X P r o f s 0 1 / 1 2 4 TRENDS I E X P r o f s 0 1 / 1 2 5 Editorial De muppet centraal Z elden bracht iemand zijn desillusie met de fi- nanciële wereld scherper onder woorden dan Greg Smith, die pas opstapte als executive direc- tor van Goldman Sachs. Zijn opiniestuk in de New York Times begon met de zin “Today is my last day at Goldman Sachs”, waarna hij uiteenzette hoe de cultuur van de bank in de laatste jaren is afgegle- den. Van een bank met principes, waar integriteit en klantbelang voorop stonden, is Goldman, volgens Smith, verworden tot een cynisch bolwerk, waarin ‘ripping off clients’ volledig geoorloofd is zolang er maar geld wordt verdiend. Intern worden klanten zelfs ‘muppets’ genoemd, onthulde Smith. Nu zal iedere adviseur wel een paar klanten hebben die kunnen mopperen als Statler & Waldorf of het divagedrag van Miss Piggy vertonen – en daar mag je intern best wat onaardigs over zeggen – maar met de klant centraal stellen heeft het allemaal weinig te maken. Toch is dat laatste wel het mantra in de fi- nanciële sector. Het draait om de klant! Niet om pro- ducten pushen, niet om transactievolume, niet om de jaarbonus. Dat is een grote stap vooruit en het is ook goed om dat te horen uit de mond van de drie marktleiders van het Nederlandse beleggingsadvies (zie pagina 16). Maar de praktijk is weerbarstig. Veel adviseurs worden nog (deels) afgerekend op volumecriteria. Logisch ook: banken zijn geen liefdadigheidsinstel- lingen. Als beleggingsadvies niets oplevert zijn er weinig moverende redenen om er nog energie in te steken. De uitdaging zal hem de komende jaren erin gaan zitten om het altijd aanwezige commerciële belang van aanbieders en adviseurs in te dammen door goed geborgde kwaliteits- en integriteitscrite- ria. Dat je als adviseur een klant stiekem een muppet vindt moet kunnen; zo- lang die klant maar weet dat hij niet als muppet behándeld kan worden. IEXProfs zal de komende tijd veel aandacht gaan besteden aan die transformatie van het beleg- gingsadvies. Dat zal gebeuren onder een nieuwe hoofdredac- tie. Achter de schermen blijf ik me zeker inspannen voor deze mooie titel, maar dit blad en het steeds beter wordende www.iexprofs.nl verdienen een eigen hoofdredac- teur. Helemaal als dat niemand minder dan Peter van Kleef is, de man die al geruime tijd het brein is achter het meeste wat u leest in dit blad en op de site. Succes, Peter! Pieter Kort Obligaties Paulson short Europa Griekenland Gevalletje voortschrijdend inzicht Hedgefunds On Offshore Iedereen kijkt naar driejaarsrendementen, maar die waren zelden zo misleidend als op dit moment. Kijk daarom ook eens naar de maximum drawdown. Beleggingsfondsen Drie jaar na de bodem I ets meer dan drie jaar na de beruchte bodem van 9 maart 2009 kunnen bijna alle beleg- gingsfondsen pronken met prachtige cijfers. Dat komt mooi uit, want de periode van drie jaar is voor veel beleggers pre- cies de tijdspanne waarnaar gekeken wordt om een fonds te beoordelen. Eén jaar is te kort, tien jaar is nauwelijks te over- zien. Drie jaar is per- fect. Niet voor niets geldt dat elk beleg- gingsconcept een trackrecord van drie jaar moet hebben om als serieuze optie te worden gezien door beleggers. Maar de afgelopen drie jaar waren geen doorsneejaren. We hadden de financiële crisis, met als hoogte- punt de ondergang van Lehman Brothers ternauwernood over- leefd, risicobereidheid had een gat geboord in oude grafieken. Wie nu naar driejaarscijfers kijkt, ziet prachtige rendemen- H egdefund-miljardair John Paul- son gaat short in Europese staatsobligaties. Ook investeert hij in credit default swaps die verzeke- ren tegen een bankroet van Europese overheden. Dat vertelde hij tijdens een besloten conference call met be- leggers. Paulson probeert miljarden- verliezen goed te maken die hij vorig jaar leed door een verkeerde gok op herstel van de Amerikaanse econo- mie. Paulson (56), wiens hedgefund- firma Paulson & Co 24 miljard dollar beheert, ziet vooral kansen in Spanje. Spaanse banken houden grote posities in Spaanse staatsleningen en kampen met klanten die geld weghalen. Dat maakt hen “extreem afhankelijk” van financiering door de Europese Centrale Bank (ECB), al- dus Paulson. Al in februari schreef Paulson aan zijn klanten dat de euro “structurele zwaktes” vertoont, en voorspelde hij dat de eurozone uiteen zal vallen. Paulson werd miljardair in 2007, toen hij short ging op Amerikaanse subprime hypotheken. Vorig jaar ver- loor hij tientallen procenten met zijn hedgefunds. In ene poging zijn per- soneel aan boord te houden besloot hij begin dit jaar om de bonussen van zijn personeel uit eigen zak te gaan betalen. D e teloorgang van de bakermat van onze cultuur – Griekenland – kan niet beter worden uitgebeeld dan in een grafiek. De MSCI Griekenland verloor sinds eind 1998 ondanks enkele oprispingen 85% in waarde. Waar obligatiebe- leggers steggelen over de omvang van een haircut, zijn aandelenbeleggers al lang en breed geknipt en geschoren. Niet heel lang geleden pronkte de gevierde belegger Rolf Stout (destijds beheerder van Fortis Obam) nog met Griekse pa- reltjes in zijn portefeuille. Zijn stockpicks Alapis, Neochimiki en Sprider waren volgens Stout – we schrijven december 2007, zie de markering in de grafiek – de perfecte brug naar landen als Roemenië en Bulgarije waar “je nooit hele- maal zeker weet waar je aan begint”. Griekenland was de veilige uitvalshaven om een graantje mee te pikken van de groei in Oost-Europa. De bekoorlijke Alapis, Neochimiki en Sprider bleken niets anders dan sirenen, halfgodinnen uit de Griekse mythologie, met het lichaam van een vogel en het hoofd van een vrouw. Sirenen, zo wil de mythe, verleidden hun toe- hoorders met gezang. Volgens Romeinse auteurs woon- den zij op drie (...) kleine rotseilandjes. Meer beleggers dan Stout alleen liepen daar op de klippen. U cits voor hedgefunds is een groot commercieel succes. Er is veel vraag naar specifieke Ucits-fondsen en er worden di- verse fund of Ucits-hedgefunds aangeboden. En hoewel die trend nog wel even doorzet, zijn er zeker ook een aantal kantte- keningen te maken. Zo is Mark Baak, directeur bij Privium Fund Management, er niet zo zeker van dat institutionele beleggers er veel baat bij hebben. Baak er- kent dat er een beweging gaan- de is van offshore hedgefunds met de Kaaimaneilanden als vestigingsplaats naar onshore in meer betrouwbare oorden als Luxemburg, Nederland of Ier- land. “Maar je moet je afvragen of Ucits daarbij het beste vehi- kel is. Een SICAV-SIF, een fonds voor gemene rekening (FGR) of een QIF zijn ook heel efficiënte vehikels zonder de nadelen van Ucits.” Zo is er binnen Ucits een focus op liquiditeit, wat niet voor alle hedgefundstrategie- en even wenselijk is. Beleggen in commodities is onder Ucits verboden. Ook het aan banden leggen van te grote concentratie in de portefeuille en de hogere kosten van Ucits zijn nadelig. “Angelsaksische event driven hedgefunds blijken daardoor al gauw 200 tot 400 basispun- ten achter te blijven.” Al met al is Ucits prima voor retail, maar institutionele beleggers zullen gaan ontdekken dat de oude structuren zo gek nog niet wa- ren, denkt Baak. ten van ver boven de 100% voor allerlei risicovolle beleggingen. Alsof er de afgelopen maanden geen eurocrisis heeft gewoed. Beleggingsfondsen in vast- goed of opkomende markten laten rendementen zien van meer dan 120% over de afge- lopen drie jaar. Eén Europees smallcapfonds uit de IEX Fonds 40 – de index die ook investable wordt nu de kritische grens van drie jaar bereikt is – haalde tussen eind maart 2009 en maart 2012 zelfs een fraai rendement van 177%. Europese smallcaps - geen ob- scure index in Mongolië of Peru. Het leert beleggers dat ook de periode van drie jaar arbitrair is en met enige regelmaat beleg- gers op de verkeerde voet zet. Een half jaar geleden was het driejaarsrendement bijvoor- beeld nog om te grienen. Een veel betere indicatie is uiteindelijk wat dezelfde fond- sen vlak voor de laatste drie maanden deden. Het huidige driejaarsrendement mag niet worden beoordeeld zonder daarbij de koersdaling tijdens die hete zomer van 2008 mee te nemen. Want over de afgelo- pen drie jaar komen vooral de risicovolle producten boven- drijven. Dat is mooi, maar de zonnige cijfers verbloemen de keerzijde van het gelopen ri- sico. De keerzijde die een half jaar verder terug in de tijd zo pijnlijk werd blootgelegd. De maximum drawdown is daar- om een belangrijk component bij het kiezen van een fonds. Daar komt wel wat huiswerk bij kijken, want op de facts- heets van fondsen wordt ook bij de maximum drawdown – als die al vermeld wordt – in de regel niet verder gekeken dan de afgelopen drie jaar. De ongewenste leden van het Po- litbureau zijn precies buiten het driejaarsbeeld gevallen. 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 12/1998 8/2000 4/2002 12/2003 8/2005 4/2007 12/2008 8/2010 3/2012 “De periode van drie jaar is arbitrair en zet met enige regelmaat beleggers op de verkeerde voet” Griekse pareltjes “Griekenland als ideaal bruggehoofd naar Oost- Europa blijkt een pijnlijke illusie” MSCI Griekenland, 31 december 1998 – 30 maart 2012 12/2007 I E X P r o f s 0 1 / 1 2 6 TRENDS I E X P r o f s 0 1 / 1 2 7 Consumententrends We want China Beleggingsfondsen IEX Fonds 40 via FundShare Scope NL Onafhankelijke ratings voor vastgoedfondsen Apple is op de beurs momenteel (half april 2012) meer waard dan de bedrijven in de hoofd- graadmeters van Griekenland, Spanje en Portugal samen. Zou Steve Jobs deze lan- den uit de brand geholpen hebben? Hij was er in ieder geval contrair ge- noeg voor. Bij Robeco noemen ze de positie van Apple het the- winner-takes-all-principe. En zo werkt het volgens het fondshuis in consumentenland. Volgens Robeco-portfoliomanagers Henk Grootveld (Rolinco, Hol- lands Bezit) en Richard Spee- tjens (Global Consumer Trends) zijn er drie belangrijke trends in consumentenland: • Voor demografisch gedreven consumptieve groei is er in opkomende landen. • Kijk voor de winnaars van marktaandeel naar digitale bedrijfsmodellen. • Alleen sterke merken ver- anderen met de consument mee. Grootveld: “Momenteel zijn er zeven miljard mensen op de wereld en we groeien door naar negen miljard. Deze groei zal geheel voor rekening komen van opkomende landen. Voor demografisch gedreven con- sumptieve groei moet je dus vooral kijken naar deze landen.” China is een modelvoorbeeld van groei. Grootveld: “En niet alleen de rijken wor- den daar rijker. Over een paar jaar wonen er net zoveel men- sen in de stad als op het platteland en wonen in de stad betekent dat ze vier keer zoveel inkomen hebben.” Die groeiende middenklasse vraagt meer lokale en westerse pro- ducten. Zo wordt momenteel een derde van alle horloges uit Zwitserland in China verkocht. En dat zijn toch doorgaans geen goedkope klokjes. Een onder- neming die van de vraag naar meer lokale producten profi- teert is Want Want China. Want Want is marktleider in kinder- melk, rijstcrackers en snoep en de verwachte omzetgroei is 20% per jaar tot 2019. De een-kind- politiek in China zorgt ervoor dat dat ene kind of kleinkind het beste van het beste krijgt op het gebied van voeding, kleding en scholing. Daar profiteren be- drijven als Want Want van. Digitale consument Voor winaars van marktaan- deel moet je volgens Robeco kijken naar digitale bedrijfs- modellen. Het effect van apps, sociale media, mobiel internet en mediaverslaafde consumen- ten is groot. Online reisbureaus zijn vele malen groter dan reis- bureaus in winkelcentra. Een van de Robeco-favorieten in de online reisbusiness is Pricel- ine, vooral vanwege hun voor klanten en hotels aantrekkelijke businessmodel. In opkomende landen wordt er nog veel min- der vaak online geboekt, dus daar zit potentie. De sterke merken zitten vooral in de levensmiddelen, dranken, restaurants en kleding- sector. Als voorbeeld van een sterk merk noemen Grootveld en Speetjens McDonalds. Geen verrassing gezien meer dan 20 miljard omzet elk jaar en de 75 hamburgers die (wereldwijd) elke seconde over de toonbank gaan. Een opvallendere keuze is Lululemon Athletica, een Cana- dees yoga- en hardloopkleding- merk. De winstmarges zijn met zo’n 29% meer dan dubbel zo hoog als die van Nike en Adidas. Wat de trendaandelen ge- meen hebben is dat ze duurder zijn dan hun minder bekende concurrenten, maar voor wi- naars moet je soms betalen en volgens Speetjens zijn die hoge multiple’s daarna terug te verdienen. Bij Apple is het ze in ieder geval gelukt. “Voor winaars moet je soms betalen” Van dividend tot demografie Nieuwe producten O ok in economisch roerige tijden worden er nieuwe fondsen in de markt gezet. Zo heeft BNP Paribas de Rendement Certi- ficaten geïntroduceerd. Deze certificaten moeten een alternatief vormen voor het beleggen in aandelen. Ook Fidelity zit niet stil en lanceert het Global Demographics Fund. Dit fonds speelt in op de populatietrends van de lange termijn. MAN Group lanceert het MAN Commodities Fund waarbij beleggers via een Ucits-format beleggen in wereldwijde grondstoffenmarkten. BNP Paribas Invest- ment Partners zet het BNP Paribas Emerging Markets High Income Equity Fund in de markt. Dit fonds is een hoogdividendaandelen- fonds voor opkomende markten. Niet alleen op het gebied van fondsen worden er nieuwe initiatie- ven getoond, ook Pimco doet dit op het gebied van ETF’s. De vermo- gensbeheerder introduceert de Pimco High Yield ETF en moet een alternatief voor aandelen vormen. IEXProfs-columnist Marcel Tak heeft de jongste gestructureerde producten gerecenseerd. Hij kwam tot de volgende cijfers: Structured Product Cijfer BNG Valuta Obligatie 8,2 Philips Rendement Certificaat 15 maart 2012 12,00/18,50 9,1 AEX Rendement Certificaat maart 2013 360/280 8,5 Kempen Azië Participatie 8,6 AEX 7,5% Memory Coupon 8,6 Dutch Lookback Note 6,6 Emerging Klik & Klaar 7,4 Voor in uw agenda Alternatives 4 Children, 10 mei 2012 Het fraaie bedrag van 100.000 euro. Dat kwam er vorig jaar binnen met dank aan de Alternatives 4 Children borrel in het Amsterdamse College Hotel. Dit jaar, op 10 mei om precies te zijn, moet dat bedrag overtroffen worden tijdens de A4C Spring Party in Strand Zuid te Amsterdam. Het doel van het evenement is geld op te halen voor de bouw van een school voor kinderen in een sloppenwijk in Bangalore (India) en financiering van een school in het woestijngebied van Mali. Daarnaast is het event natuurlijk een uitstekende gelegenheid om te netwerken. De entreeprijs is 109,50 euro. Meer informatie over Alternatives 4 Children op www.a4c.nl en over het event via http://enieuws- archief.nl/10289 Toekomst van het vermogensbeheer, 24 mei 2012 Samen met de innovatieve softwareleverancier voor de profes- sionele beleggingsindustrie BSB organiseert IEXProfs op 24 mei in Amsterdam een seminar over de toekomst van het vermo- gensbeheer. Jeroen Vetter, directeur van vermogensbeheerder FundGuard en oud-oprichter van fondsensupermarkt SNSFund- coach is één van de sprekers op dit seminar voor vermogende beleggers, family offices en vermogensbeheerders. Heeft u be- langstelling dit exclusieve seminar bij te wonen, neemt u dan contact op met de redactie van IEXProfs (zie colofon). Het aantal participanten is beperkt, dus wees er snel bij. CIO Talk Wat zegt u? “Wij voelen ons niet comfortabel bij een strategie die aanzet tot kopen ‘omdat er veel liquiditeit is’ of ‘omdat de rente zo laag staat’.” Guy Wagner, CIO van Banque de Luxembourg, wil graag echte argumenten om aandelen te kopen. “Het hoort nu eigenlijk april te zijn, niet mei.” De jaarlijkse correctie wordt een maandje te vroeg ingezet, constateert Jim O’Neill, CIO van Goldman Sachs AM, op 10 april. “Dit is geen eenrichtingsverkeer. Tegenslagen zijn al ingeprogrammeerd, met name als de angst terugkeert dat de groei niet doorzet en als zich ongunstige politieke ontwikkelingen voordoen.” Andreas Utermann, CIO van Allianz Global Investors twijfelt openlijk aan het door LTRO geïnitieerde herstel op de aandelenmarkten. “Vastgoed, sommige aandelen en, afhankelijk van wat de aanjager van inflatie wordt, misschien ook commodities kunnen als hedge werken.” Andrew Milligan, investment director van Standard Life Investments, vindt dat beleggers moeten voorsorteren op hogere inflatie. “Er zijn maar twee opties. Of je gaat arm met pensioen, of je gaat risico’s nemen.” Dominic Rossi, CIO van Threadneedle, helpt beleggers een handje bij het kiezen tussen twee kwaden. bieden om te beleggen in Box 1 (banksparen). Eén van de producten waarmee wordt afgetrapt is een umbrella fund van de fondsenindex IEX Fonds 40 (zie pagina 38 - 41) die inmiddels een trackrecord heeft van ruim drie jaar en hiermee ook voor beleggers beschikbaar komt. tings van Moody’s en Standard & Poor: AAA is de hoogste waardering en zo omlaag tot B’s en C’s. De ratings geven een oordeel over de rendements- vooruitzichten en -prognoses, de risico’s en de kwaliteit van de aanbieder. Scope deelt des- gevraagd ook ratings uit aan aanbieders zelf, de zogeheten management ratings. In Nederland heeft Scope al diverse fondsen van een rating voorzien, zoals de Winkelhart Lelystad CV van Annexum (A-), Vastgoedfonds XIV van Neddex (BBB) en het Seniorenwonin- genfonds van Westplan (BBB). IEXProfs.nl en zustersite Parti- cipaties.nl, zullen de komende tijd de Nederlandse Scope-ra- tings gaan toevoegen aan hun productendatabase. Robeco heeft drie trends geformuleerd op de mondiale consumentenmarkt. Henk Grootveld en Richard Speetjens geven uitleg. TRENDS F undShare Administrator en Free Media Group (uitgever van onder anderen IEX en IEX- Profs) hebben per 1 mei 2012 een nieuw platform gelanceerd waarop vermogensbeheerders hun eigen fondsen aan het pu- bliek kunnen aanbieden. Op dit platform krijgen vermogens- beheerders de mogelijkheid om zonder additionele kosten een eigen AFM-gereguleerd beleggingsfonds te starten. Particuliere beleggers kunnen via Fundshare dagelijks deze fondsen in- en uitstappen. Voor vermogensbeheerders zijn geen extra kosten verbonden aan een eigen fonds en de minimale eerste participatie(s) om een fonds op Fundshare in te bren- gen is 250.000 euro. De fondsen zullen tevens de mogelijkheid V astgoedfondsen maken zware tijden door. Dat geldt niet in het minst voor de vele niet-beursgenoteerde fondsen die de afgeloepn jaren zijn ge- introduceerd. Diverse fondsen worden gefuseerd - ter sprei- ding van het risico - en anderen verkeren in zwaar weer door de malaise op de vastgoedmarkt. Dat weerhoudt het Duitse ra- ting-instituut Scope er niet van om de Nederlandse markt te bretreden met haar onafhanke- lijke ratings van niet-beursge- noteerde beleggingsfondsen. In Duitsland is Scope een gevestigde naam; beleggers hechten veel waarde aan de onafhankelijke beoordelingen van Scope, die tot uiting komen in een lettercombinatie die doet denken aan de obligatiera- TRENDS I E X P r o f s 0 1 / 1 2 8 Transfers in de financiële sector Komen en gaan Alweer even gele- den, maar daarom niet minder belang- rijk, maakte Dirk Elsen (foto) de over- stap naar Triodos In- vestment Manage- ment als director Emering Markets. Elsen deed die eind januari van dit jaar. Voordat hij de overstap naar Triodos maak- te werkte hij als Chief Executive bij SNV, een ontwikkelingsorganisatie. Standard Life Investments is druk bezig met het uitbreiden van haar 26 man sterke cre- ditteam. Mark Kedar, afkomstig van Kames Capital, voegt zich bij het team als Ster- ling Credit Investment Director en wordt verantwoordelijk voor het managen van de sterling bedrijfsobligatiefondsen. Ook zal Felix Freund toetre- den tot de werkne- mersgroep. Freund was bij Union Invest fondsmanager be- drijfsobligaties en wordt nu de nieuwe European Credit In- vestment Director. Hij zal zich richten op het managen van de Europese bedrijfsobligatiefondsen en zal ook onderzoek doen naar bedrijven in de kapitaalgoederensector. TradeWind Capital heeft zich per 1 april versterkt met Paul Louman (foto). Louman is afkomstig van Antaurus Capital Manage- ment en gaat bij Tradewind zowel de retail- als de in- stitutionele markt bedienen. Vermogensbeheer- der Blackrock is op veroveringstocht geweest bij BNP Paribas Investment Partners. Blackrock neemt een emerging market debt-team waarin zeven personen rem manager en adviseur voor diverse pen- sioenfondsen en verzekeraars. Ook vermogensbeheerder Threadneedle ontkomt niet aan het transfergeweld. Be- heerder van een vijftal fondsen, Richard House, verlaat Threadneedle. Het is nog onbekend waar hij aan de slag zal gaan. Het vertrek van House zou een gevolg kun- nen zijn op het besluit van Threadneedle om een Global Macroeconomics Strategy Group op te richten. In deze Strategy Group zullen de competenties en de mensen van de staatsobligaties en de Emerging Market Debt teams worden opgenomen. Dan nog een trans- fer op het hoogste niveau van Deut- sche Bank. Thomas Mayer, chefeconoom van de Deutsche Bank zal een andere functie binnen het bedrijf krijgen. Bin- nen zijn nieuwe functie zal Mayer zich bezighouden met het adviseren van het senior management en onderzoek. Mayer zal worden opgevolgd door David Folkerts-Landau. Financieel dienst- verlener Petercam heeft een nieuwe voorzitter van het directiecomité be- noemd in de per- soon van Xavier Van Campenhout. Van Campenhout, die al sinds 1998 werk- zaam is bij Petercam, zal Axel Miller op- volgen die zich op andere dingen wil gaan richten. Het overkoepelende adviseursinstituut DSI ziet na tien jaar trouwe dienst directeur Dick Vis vertrekken. Geen slaande deuren aan het Beursplein, zegt Vis. “Het is tijd voor iets nieuws.” Dat zal waarschijn- lijk in de sfeer van leiderschap en inte- rim-management liggen. Lees ook het afscheidsinterview op pagina 10. Met een markt die maar niet weet welke kant hij op moet gaan zijn de verwachtingen van beleggers zeer divers. Maar of het nu economisch goed of slecht gaat, mensen blijven van baan wisselen. Hieronder een overzicht van de meest opmerkelijke transfers binnen de financiële sector. opereren over. Het gaat om Sergio Trigo Paz (foto), CIO vastrentend bij BNP Paribas IP en zijn teamleden Raphael Marechal, Laurent Develay, Chris Kelly, Jane Yu, Michel Aubenas en Ernesto Bettoni. Hoogstwaarschijnlijk zal het team vanaf deze zomer vanuit Lon- den gaan opereren. Arnoud Wollf heeft per 31 maart het schip van vermo- gensbeheerder Tes- lin verlaten om voor zichzelf te beginnen. Wollf was vijf jaar actief als fondsbe- heerder van Midlin NV, een fonds dat belegde in (met name) Nederlandse en Duitse smallcaps. Opvolger van Wollf is Rombout Hoeben, die al deel uitmaakte van het beheerteam. Naast bovenstaande versterkingen, vertrek- ken er natuurlijk ook mensen bij Blackrock. Marcel van Ostaden zal bij Lombard Odier Investment Managers aan de slag gaan in Amsterdam. Hij wordt verantwoordelijk voor bestaande en nieuwe cliënten, inclu- sief die binnen fiduciair beheer. Van Osta- den werkte bij Blackrock als Sales Director sinds 2005. Marloes Martis maakt de overstap van In- ternaxx naar Aberdeen AM en komt in het marketing en sales-team in de Benelux. Vanuit Luxemburg gaat zij een bijdrage le- veren aan de branding van Aberdeen in de Benelux. Per 1 april is Philip Jan Looijen (foto) bij ING Investment Management aan de slag ge- gaan als manager van het Client Advisory team binnen Imple- menten Client Solu- tions. Het Client Ad- visory team speelt in op de vraag naar maatwerk bij insti- tutionele beleggers. De afgelopen twee jaar was Looijen werkzaam als inte- I E X P r o f s 0 1 / 1 2 10 I E X P r o f s 0 1 / 1 2 11 10 INTERVIEW Dick Vis zwaait na 10 jaar trouwe dienst af als directeur van DSI, maar niet voordat hij het grootste transformatieproces in de geschiedenis van het beleggingsadvies bij DSI in de steigers heeft gezet. Een afscheidsinterview. door Pieter Kort/fotografie Robert Elsing “Ik ben geen voorstander van meer regeltjes” H et oude beursgebouw aan het Dam- rak is allang niet meer het centrum van de Nederlandse effectenhan- del, maar in zekere zin toch ook weer wel. In een zijvleugel huist namelijk de groot- ste “kaartenbak” van effectenhandelaren, beleggingsadviseurs en vermogensbeheer- ders van Nederland. Het DSI bevindt zich, in de woorden van vertrekkend directeur Dick Vis, “op een na- tuurlijk kruispunt tussen de industrie en de toezichthou- ders”. En in die positie staat de organisatie die de kwaliteit van het beleggingsadvies in Nederland moet waarborgen op dit moment voor de niet geringe taak om de grootste metamorfose van het vak beleg- gingsadviseur sinds het ontstaan ervan te begeleiden. Dick Vis: “Het vak verandert voorgoed. Zoals een beleggingsadviseur vijf jaar geleden zijn werk deed, dat komt niet meer terug.” Dat betekent ook dat DSI het druk heeft, want 90% van alle retail-adviseurs in Ne- derland zijn bij het instituut aangesloten. Een DSI-registratie is, zoals Vis zegt, een “license to operate”. Maar naarmate het be- leggingsvak verandert, veranderen ook de eisen die aan beleggingsprofessionals wor- den gesteld. DSI-geregistreerde adviseurs werden tot dusver vooral getoetst op inte- griteit, maar de adviseur van de toekomst zal zich op meer gebieden moeten bewijzen om aan de DSI-norm te voldoen. Een po- werseminar dat DSI binnenkort organiseert krijgt zelfs de titel “Beleggingsprofessional 6.0” mee. “Om maar aan te geven dat het vak hele grote stappen vooruit aan het ma- ken is,” zegt Vis. Waar bestaat die verandering vooral uit? “Voor beleggingsadviseurs gaat de uitdaging erin zitten om steeds meer aan de kant van de klant te gaan staan. Vroeger was de ad- viseur een verlengstuk van de industrie. Hij bediende natuur- lijk zijn klanten wel, maar uiteindelijk stond hij wel aan de andere kant. Ik was zelf beleggingsad- viseur in de jaren negentig. Toen was er weinig conflict, want beleggen le- verde geld op. Wij waren in die jaren echte mooiweeradviseurs. Nu is het een veel moei- lijker vak. Die stap om volledig aan de kant van de klant te gaan staan is er een die veel beleggingsprofessionals nog moeten maken. Ze gaan van beleggingstechneut, iemand die veel weet van de markt en van producten, naar een relatiebeheerder. En daar zal niet iedereen in mee kunnen komen.” Wie gaan er buiten de boot vallen, volgens u? “Een deel van de beleggingsprofessionals is klaar voor deze stap en heeft door dat dit er aan komt, maar voor een deel zal dit echt een flinke overgang betekenen. Wat ons betreft zijn alle DSI-leden hierbij betrokken. Het moet breed gedragen zijn. Maar we zullen in het proces wel mensen verliezen die niet mee kunnen. Dat is jammer, maar ook wel logisch. Arnoud Boot zei laatst dat hij verwacht dat er over een paar jaar nog maar de helft van het huidige aantal men- sen in de financiële dienstverlening zal werken. Dat zou je 1-op-1 kunnen toepas- sen op de beleggingsindustrie.” Wat moet zo’n adviseur-nieuwe-stijl kun- nen volgens u? “De leidraad van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over advisering geeft al een aardig houvast. De vakbekwaamheid van adviseurs zal op een ander vak moeten ko- men te liggen. Dan heb je het ook over ad- viesvaardigheid en andere soft skills, zoals integriteit en communicatieve vaardighe- den. Een financiële planner heeft al een bre- dere kijk op de klant dan een beleggings- adviseur, want zo iemand staat vanuit zijn vak al meer naast de klant en begrijpt wat een klant beweegt. Die weet alleen weer niet alles van beleggen.” Die kwaliteiten lijken me wel moeilijker te beoordelen. Volgens welke criteria onder- scheid je dan een goed van een slecht beleg- gingsadvies? “Of een advies goed of slecht is verschilt per geval. Het gaat om passendheid. Het moet passen bij het profiel van de klant. Dat is het enige juiste advies. Dat betekent dat je de klant ook zult moeten begeleiden, door sommige zaken met klem aan te raden, maar ook nee durven te verkopen als het echt niet in het klantprofiel past.” Is het behalen van het beleggingsdoel niet gewoon het enige criterium dat telt? “Nee, dat zou niet het enige criterium moeten zijn. Want je kunt een portefeuille prima in- vullen volgens het risicoprofiel van de klant, maar of je het doel dan ook werkelijk haalt is een tweede. Dat hangt niet alleen van het ad- vies af, maar ook van externe factoren.” Wat is de rol van DSI in deze transformatie van het beleggingsadviesvak? “Een faciliterende. Het bouwen aan die nieuwe vakbekwaamheid is een belangrijke speerpunt. Voorheen waren de permanente educatieprogramma’s (PE) vooral gericht op INTERVIEW “We zullen in het proces mensen verliezen die niet mee kunnen” I E X P r o f s 0 1 / 1 2 12 INTERVIEW integriteit. Vanaf volgend jaar moet je als geregistreerd adviseur ook PE volgen op het gebied van adviesvaardigheden en deskun- digheid. We zijn nu heel hard bezig om die nieuwe programma’s op te stellen. We over- wegen nieuwe toetsen en eindtoetsen neer te zetten. Dat ontwikkelen we samen met de werkgevers in de sector, dus iedereen gaat daarmee te maken krijgen.” Licht eens een tipje van de sluier op? “Het staat nog zeker niet vast, maar je zou bijvoorbeeld kunnen bedenken dat je voor je registratie geen DSI-examen doet, zoals nu, maar een ‘DSI-assessment’. Dus geen multiple choice-vragen, maar een veel prag- matischer en praktijkgerichter manier van testen, waarmee je ook andere vaardighe- den kunt beoordelen.” Wanneer gaat het nieuwe model in? “We streven ernaar eind van dit jaar de ope- rationele plannen klaar te hebben. Het ver- anderingsproces duurt veel langer, maar we willen een snelle eerste slag slaan. ” Gaan de banken daarin mee? “Ja, zij zien ook dat de wereld verandert: er is Mifid-2, de afschaf- fing van de distribu- tievergoedingen, de leidraad van de AFM, ga er maar aan staan. In de functiecommis- sie beleggingsadvies gaan de gesprekken niet over óf we dit moeten doen, maar over hoe snél we het moeten doen. Want we kunnen de lat wel ineens heel hoog gaan leggen, maar als je normen gaat aanleggen waar bijna niemand aan voldoet werkt het ook niet. Aan een leeg register met één top- adviseur heeft niemand iets.” Maar er vindt dus wel een schifting plaats... “Ja, maar dat is nu ook al het geval. We ver- wijderen actief geregistreerde mensen als ze bijvoorbeeld hun PE niet hebben gehaald of als ze zich niet aan de gedragscode hou- den. Ik denk dat we het laatste jaar zo’n 250 man uit het register hebben verwijderd.” Buiten het advies zelf verandert ook het verdienmodel voor banken en adviseurs, bijvoorbeeld door het verbod op distribu- tievergoedingen. Heeft DSI een visie op het verdienmodel van de toekomst? “We hebben gemeten hoe professionals hierover denken. Zij verwachten toch in meerderheid dat er een soort all-in tarief zal komen waar alle diensten in zitten. Af- rekenen per uur, daar geloven ze minder in. Ik vraag me ook af of dat werkt. Wat zijn dan goede uurtarieven? Uit onderzoek blijkt dat hypotheekadviseurs schatten dat ze 125 euro per uur moeten kosten, terwijl de klant er maar 45 euro per uur voor over heeft.” Zijn online tools geen bedreiging voor het vak van beleggingsadviseur, zeker aan de onder- kant van de markt? “Er zal wel een ver- schuiving gaan plaatsvinden, maar ik zie online tools dit vak niet helemaal overne- men. Ze kunnen wel helpen om keuzes te maken. Kijk naar een site als Booking.com. Als je een hotel boekt, dan kijk je eerst naar de ervaringen van andere gasten. Dat zal ook in de financiële dienstverlening steeds meer usance worden. Wij gebruiken zelf die nieuwe technologie natuurlijk ook, bijvoor- beeld met het financiële rijbewijs, een on- line tool waarmee consumenten hun finan- ciële kennis kunnen vergoten en toetsen.” Adviseurs klagen vaak over de hoeveelheid regeltjes waarmee ze worden geconfron- teerd. Dat lijkt alleen maar meer te gaan worden. Wat vindt u van die ontwikkeling? “Ik ben geen voorstander van meer regels. DSI is juist een zelfregulerende instelling. De sector moet zelf verantwoordelijkheid nemen, met regeltjes komen we er niet. Maar je moet je er wel aan houden, natuur- lijk. Laatst zei iemand in een interview: “Veertig jaar geleden kon je nog zonder helm op je brommer door de Leidsestraat.” Dat is zo en het is jammer dat het niet meer kan, want helmen zijn nu verplicht en je mag niet meer door de Leidsestraat. Maar als je dat weet en je doet het toch moet je ook niet zeuren als een agent je een boete geeft en je brommer afpakt.” Waarom gaat u eigenlijk weg bij DSI? “Ik werk nu tien jaar voor DSI en het werd tijd voor iets nieuws. Mijn toekomst zie ik in directievoering of interim manage- ment met de focus op cultuurverandering en nieuw leiderschap. Maar ik blijf de ko- mende maanden nog wel betrokken bij het opstellen van deze nieuwe plannen.” 01/12 “Aan een leeg register met één topadviseur heeft niemand iets” OVER DSI De onafhankelijke stichting DSI is in 1999 ontstaan op initiatief van NYSE Euronext Amsterdam en financiële brancheorganisaties. Het doel van DSI is het versterken van het vertrouwen van de consument in de financiële markten door de kwaliteit en de integriteit van personen die werkzaam zijn in de Ne- derlandse financiële sector te bevorde- ren en te bewaken. Dat gebeurt onder andere door het bij- houden van een register van professio- nals in de financiële dienstverlening. Dat register is openbaar en te raadple- gen via www.dsi.nl. Alleen professionals die voldoen aan bepaalde eisen op het gebied van deskundigheid, integriteit en werkervaring komen in aanmerking voor een DSI-registratie. Eind 2011 wa- ren er ruim 7000 professionals met een DSI-registratie. Naast het bijhouden van het register doet DSI ook aan pre- en in-employment screening voor financieel medewerkers op integriteitgevoelige functies. Ook organiseert DSI het beslechten van ge- schillen over beleggen tussen financiële ondernemingen onderling. Voor 2012 is de koers van de DSI aange- scherpt. Onderdeel daarvan is dat het huidige permanente educatieprogram- ma (nu met name gericht op integriteit) zal worden uitgebreid met kennis en vaardigheden. Dat wordt gecombineerd met het aanscherpen van de toelatings- eisen voor de registers. I E X P r o f s 0 1 / 1 2 14 I E X P r o f s 0 1 / 1 2 15 BRAINSTORM Vijf innovatieve en dwarse financiële denkers brainstormen over de toekomst van de beleggingsindustrie. door Pieter Kort Het Nieuwe Beleggen A ls beleggers ooit goed advies nodig hadden dan is het nu wel. Maar krijgen ze dat wel? De rendementen op ‘veilige’ beleggingen of spaarrekenin- gen zijn lager dan ooit en om beleggings- doelen te halen zouden beleggers eigenlijk opnieuw moeten leren dat het onmogelijk is om rendement te behalen zonder risico te nemen. Maar hoe moet dat, nu de banken in een identiteitscrisis zitten en beleggers zelf niets meer durven? IEX nodigde vijf in- novatieve en dwarse denkers uit de finan- ciële wereld uit voor een brainstormsessie over Het Nieuwe Beleggen. Wat staat be- leggers en adviseurs allemaal te wachten? Hoogtepunten uit een inspirerende tour d’horizon. (De volledige transcriptie vindt u op www.iex.nl/hetnieuwebeleggen.) Stelling 1 Riscovrij rendement bestaat niet meer Verhaar: Het is er nooit geweest. Maar daar komen we nu pas achter. Het beste voorbeeld is De Nederlandsche Bank, die altijd tegen banken heeft gezegd dat je geen solvabiliteit hoeft aan te houden als je in Griekse of Italiaanse obligaties belegt. Daar hebben we heel hard onze neus aan gestoten. Dijkstra: In de beleggingstheorie kennen we wel zoiets als de risk free rate of return Maar ja, hoe lang is het geleden dat we bij onze eigen banken niet veilig waren? Dan moet je terug naar de jaren dertig in Ame- rika of naar de Weimar-republiek. Van Oudheusden: Risicovrij beleggen be- staat niet, maar om een beetje tegenwicht te bieden: geld dat je nu hebt staan bij een land met een goede credit rating en onder een depositogarantiestelsel komt toch be- hoorlijk in de buurt van wat mensen erva- ren als risicovrij. Verhaar: Maar juist de introductie van dat garantiestelsel heeft ervoor gezorgd dat het risicobesef bij spaarders volledig weg is! Ik pleit voor afschaffing van het depositoga- rantiestelsel. En wel morgen! Dan pas gaan mensen namelijk inzien dat er niet zoiets bestaat als risicovrij beleggen. Bagijn: Consumenten hebben een eigen verantwoordelijkheid, maar daar moeten ze wel toe gedwongen worden. Als je als overheid zegt: “wij garanderen per definitie tot 100.000 euro”, dan hoef je nergens meer over na te denken. Terwijl je zonder die ga- rantie wèl wordt gedwongen om een afwe- ging tussen risico en rendement te maken. Dijkstra: Eigenlijk zou je in ruil voor zo’n ga- rantie een veel lagere rente moeten krijgen. De overheid zou moeten zeggen: we garan- deren het, maar u krijgt niet de 2,5% die ge- bruikelijk is in de markt, maar slechts 0,5%. Stelling 2 Een langetermijnrendement op aandelen van 8% is een irreële aanname Bagijn: Daar is toch helemaal niets over te zeggen? Je weet niet wat het rendement op aandelen gaat worden. Het kan -100% of +100% zijn over de komende tien jaar. Nie- mand die het weet. Dijkstra: Nou, over langere periodes kun je wel iets zeggen, maar het hangt helemaal van het startpunt af. In het verleden heeft het gevarieerd tussen de 2% en de 12%. Ik vind 8% aan de hoge kant, zeker vandaag de dag, maar onmogelijk is het niet. Bagijn: Je moet consumenten uitleggen dat er niets over het rendement te zeggen is. Het is heel gevaarlijk als je zegt dat je een verwachting hebt van 8% of 6%, want daar gaan consumenten dan ook mee rekenen. Vetter: Dit is allemaal gebaseerd op lange- termijninzichten. Inderdaad, als je over hele lange periodes kijkt, kom je makkelijk aan zo’n percentage. Maar je kunt ook periodes aanwijzen waarin het niet opgaat, zoals van 2000